Weer-apps blijken nog onvoorspelbaarder te zijn dan het weer zelf
Als teken van de naderende zomervakantie neemt in de maanden mei en juni in de nieuwssector de belangstelling voor het weer toe. Hoewel het ook waar is dat deze maanden op meteorologisch gebied altijd wel verrassingen in petto hebben. Het zijn de maanden van hevige regenval die overstromingen en schade veroorzaakt. Windhozen en hagelschade, en –anno 2018– een warmterecord voor de maand mei. Het haalt allemaal het nieuws. Iedereen volgt deze berichten met graagte; probeert alvast wat voorspellingen te doen –al dan niet opgediept uit de Enkhuizer Almanak– over het te verwachten weer in de zomervakantie. Bakerpraatjes veelal. Een droog voorjaar dat immer een natte zomer zou geven en de idee dat het weer in de Verenigde Staten altijd drie weken later ”bij ons” is.
Natuurlijk is de belangstelling voor weer en weersverwachting goed te begrijpen. Veel mensen zijn in hun werk afhankelijk van zonnig weer, dan wel juist van regen. De boeren, vroeger gekluisterd aan de radio, turen nu regelmatig op hun smartphone. Binnenschippers houden waterhoogten en weerberichten nauwlettend in de gaten. De marktkoopman en winkelier zien bij overmatige zonneschijn de bui al hangen. Want zo luidt een uitdrukking onder hen: „Armen bloot, handel dood.” En, om niet meer te noemen, de (aanstaande) vakantiegangers volgen de ontwikkelingen van het weer systematisch om de juiste bestemmingen te vinden, om hun dagjes uit droog te houden of de tuinstoelkussens op tijd binnen te halen.
Voor al deze mensen zijn de zogenoemde weer-apps op smartphones een uitkomst. Deze apps geven informatie over het weer van de komende uren, dagen, soms zelfs van komende weken. Nu blijken de meeste van deze apps nog onvoorspelbaarder dan het weer zelf. De meeste apps zijn opgebouwd uit gratis verkrijgbare Amerikaanse gegevens. Maar de meetpunten die deze data leveren, zijn te grofmazig en het systeem merkt veel buien in het geheel niet op. Ook geldt dat hoe langer de termijn van de voorspelling is, hoe onbetrouwbaarder deze is. Zo is een lokale onweersbui pas twintig minuten van tevoren met redelijke zekerheid te voorspellen.
Apps van het KNMI, Weerplaza en MeteoGroup zijn betrouwbaarder omdat ze (betaalde) data van het KNMI gebruiken. Ook Buienradar, die zijn informatie haalt uit twee grote neerslagradars in Den Helder en Herwijnen, doet het redelijk goed. Desalniettemin blijkt –ondanks de geavanceerde technologieën anno 2018– de zekerheid van de weersvoorspellingen via deze apps nog veel te wensen over te laten. Een onverwacht nat pak is nog altijd mogelijk. Hoewel ook de meevallers niet van de lucht zijn.
Nuchterheid blijft geboden. De schepping kreeg haar eigen natuurwetten mee. De Schepper houdt het stuur in handen. Of, zoals een uitbaatster van zomerhuisjes haar huurders voorhield: „Het weer is van de Heer’. En: Wie moppert op het weer…”