Enorme hijskranen vullen de bedrijfshallen –35.000 vierkante meter– van Spierings in Oss. Aan de ene kant lassen medewerkers onderdelen in elkaar. Aan de andere kant vindt de assemblage van onderstel, giek en mast plaats. „De geboorte van een nieuwe kraan”, wijst directeur Koos Spierings (35).

Het Brabantse bedrijf construeert al dertig jaar mobiele torenkranen. „Ruim honderd per jaar”, vertelt Spierings niet zonder trots. De helft vindt zijn weg in Nederland, de andere helft naar 25 landen in Europa, Azië en Afrika. De duizendste kraan rolt dit jaar de fabriek uit.

Het bedrijf richt zich volledig op mobiele torenkranen, gebouwd op een rijdend onderstel, met gieklengtes van 40 tot 60 meter, waarbij het eind van de giek nog 1,7 ton kan tillen. De maximale hijscapaciteit varieert van 7 tot 18 ton. „In dat segment bevindt zich de grootste markt”, legt Spierings uit. „Wereldwijd is 80 procent van alle hijswerk onder de 3 ton.”

De wortels van het bedrijf liggen in 1987. Leo en Tiny Spierings in Oss gaan aan de slag om een mobiele torenkraan te ontwikkelen. Om deze droom financieel mogelijk te maken, doen ze onderhoud en revisie aan vaste torenkranen. De Spierings bouwen echter al vrij snel zelf een kraan. Op wielen. Een doorbraak. Zo’n rechtopstaande torenkraan is net zo mobiel als een conventionele, uitschuifbare telescoopkraan. De nieuwe aanwinst kan 15.000 keer –volautomatisch– worden op- en afgebouwd.

Het Brabantse bedrijf is marktleider voor mobiele kranen. Spierings maakt in de jaren 90 –zestig man personeel– een flinke groei door. De onderneming groeit uit zijn jasje. In 2008 neemt Spierings twee reusachtige, nieuwe hallen in gebruik.

Op hetzelfde moment krijgt het bedrijf te kampen met tegenslag. De markt voor hijskranen loopt met de helft terug door de crisis. De bouw ligt op z’n gat. De hijskraanfabrikant krijgt meer dan honderd annuleringen van bestelde hijskranen voor z’n kiezen.

Spierings, destijds volledig gericht op de binnenlandse markt, moet zo’n 150 man naar huis sturen. „Een hectische periode. We moesten een rijdende locomotief in sneltreinvaart stilzetten. Productie afbouwen en toeleveranciers afzeggen.”

Het bedrijf gooit het roer om en richt zich meer op het buitenland. Met succes. Sinds 2011 vindt het grootste deel van de afzet zijn weg naar het buitenland. De omzet groeit naar 100 miljoen euro, de winst voor belasting naar 10 miljoen, het personeelbestand naar 300 man. „De winst stoppen we in het bedrijf”, zegt Spierings, die sinds vorig jaar aan het roer van het familiebedrijf staat.

Spiering ontwikkelt pakweg elke twee, drie jaar een nieuwe kraan. Bijvoorbeeld de Mighty Tiny, een zesassige kraan met een gieklengte van 60 meter. Of de SK2400-AT7, een zevenassige krachtpatser die maar liefst 18 ton tilt.

De nieuwste aanwinst, eind vorig jaar geïntroduceerd, is de City Boy. De compactste jongen uit de vloot van Spierings –2,5 meter breed, 13,08 meter lang– beschikt over hybride aandrijving. De dieselmotor van de drieassige kraan levert onderweg een snelheid van 80 km/u op.

De machinist kan dankzij een lithium-ionaccupakket van 85 kW de laatste tientallen kilometers eventueel op stroom afleggen. Stil en emissieloos. Handig in de stad. Stekker in het stopcontact en de kraan kan aan de slag. Ontbreekt stroom, dan kan de City Boy enkele uren lang op z’n eigen accu of generator hijsen.

Kinderziektes

De hybride aandrijving gaat niet ten koste van de hijscapaciteit: 1,7 ton voor de City Boy. De torenhoogte bedraagt 30 meter, de gieklengte 40 meter. De eerste City Boy rolt binnenkort de fabriek uit. Nadelen kent een elektrische kraan niet, zegt Spierings. „Hooguit wat kinderziektes.”

De verwachtingen in Oss zijn hooggespannen. Inmiddels heeft het bedrijf „vele tientallen” hybride torenkranen verkocht, waarvan de helft in het buitenland. „Elektrisch is de toekomst. Hybride aandrijving maakt ons mobiele concept sterker en het verschil met conventionele telescoopkranen groter.”

Bedrijfsgegevens

Naam: Spierings Mobile Cranes

Waar: Oss

Opgericht: 1987

Aantal medewerkers: 300

Omzet: 100 miljoen euro