Het buurland van Irak is verbolgen over het feit dat de aanval op zijn grondgebied in 1980 niet op de lijst van aanklachten te vinden is. Daarom heeft het zelf een klacht opgesteld.

De aanklacht betreft de oorlog tussen Irak en Iran (1980-1988). Saddam wordt er door Iran van beschuldigd het land in 1980 te zijn binnengevallen en tijdens de oorlog chemische wapens tegen Iraniërs te hebben ingezet. Dit heeft het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken zondag bekendgemaakt.

Volgens de officiële cijfers vielen er bijna 1 miljoen doden in de acht jaar durende oorlog tussen Iran en Irak. Ook liepen volgens Teheran zeker 45.000 Iraanse militairen verwondingen op door de Iraakse inzet van strijdgassen.

Saddam werd donderdag voorgeleid. Volgens de voorlopige aanklacht moet de 67-jarige Saddam terechtstaan in verband met onder meer het vergassen van Koerden in Halabja in 1988, het laten doden van geestelijken en politici, het verdrijven van Koerden, het onderdrukken van de sjiitische en Koerdische opstanden in 1991 en de invasie van Koeweit in 1990. Dit is niet de formele aanklacht: die moet de komende maanden worden opgesteld. Het proces zelf begint op zijn vroegst volgend jaar.

Woordvoerder Hamid Reza Asefi van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Teheran zei op een persconferentie dat de Iraanse zaakgelastigde in Bagdad de Irakezen zal vragen waarom de invasie van Iran in 1980 niet in de voorlopige aanklacht is opgenomen. Over deze omissie is Teheran uiterst verbolgen. Iran zal in ieder geval een zelf opgestelde aanklacht bij het tribunaal indienen, „opdat het tribunaal Saddams misdaden open en eerlijk kan onderzoeken”, aldus Asefi.

Overigens denkt de nieuwe Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Hoshyar Zebari, dat Iran momenteel geen fraaie rol speelt in Irak. Volgens Zebari is Iran een van de belangrijkste aanstichters van de opstand in Irak. Ook Syrië zou terroristen en voormalige aanhangers van het regime van Saddam steunen, aldus Zebari tegen de Britse krant The Sunday Telegraph. Rebellen zouden financiële en logistieke ondersteuning krijgen en worden getraind door overheidsdiensten van de buurlanden van Irak.

De Iraanse president Khatami is zelf een andere mening toegedaan. Tijdens het bezoek van zijn Syrische ambtgenoot Assad zei Khatami zondag dat Syrië en Iran meer zouden moeten samenwerken om de vrede in Irak te bevorderen en de stabiliteit te herstellen.