Aanlandplicht mogelijk uitgesteld voor kleine schol
De landen rondom de Noordzee werken aan een uitstel voor kleine schol onder de Europese aanlandplicht voor zeevis.
Dat heeft directeur Pim Visser van brancheorganisatie VisNed in Urk dinsdag bevestigd na berichtgeving van de Volkskrant.
De aanlandplicht houdt in dat vissers alle gevangen vis waarvoor vangstquota bestaan aan land moeten brengen, ook jonge ondermaatse vis die niet voor consumptie mag worden verkocht. Deze ”babyvis” gooien de vissers tot nu toe terug in zee. De aanlandplicht wil vissers dwingen selectievere vangsttechnieken te ontwikkelen. Daar wordt al jaren aan gewerkt, maar tongvissers zien nog geen kans om de kleine scholletjes uit hun netten te houden.
De aanlandplicht wordt sinds 2015 stapsgewijs ingevoerd. Vanaf 1 januari 2019 zou ook alle schol eronder vallen. De Scheveningengroep (Nederland, België, Frankrijk, Denemarken, Duitsland, Zweden en Groot-Brittannië) heeft vorige week besloten de Europese Commissie om uitstel voor jonge schol te vragen. De groep wil meer tijd voor onderzoek naar selectievere vangsttechnieken.
Een van de ideeën is de invoering van cameratoezicht op schepen. Volgens VisNeddirecteur Pim Visser gaan daar met steun van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tien Nederlandse kotters mee aan de slag.
Als Brussel het voorstel van de Scheveningengroep overneemt, zal ook het Europees Parlement zich er nog over buigen. Visser verwacht in november uitsluitsel.