D. bracht het meisje, de dochter van zijn vriendin, om het leven in zijn auto en was vervolgens met haar lichaam gaan rondrijden. Hij meldde zich uren later op het politiebureau in Assen.

Djamila woonde met haar broertje en moeder op een zorgboerderij in het Drentse Nieuweroord. D. woonde daar ook. Hij was die dag met Djamila op pad om een cadeautje te kopen. Hij pleegde ontucht met haar. Toen ze begon te gillen, wurgde hij het meisje. De man was verliefd op haar, verklaarde hij later.

De advocaat pleitte tijdens de zitting voor vrijspraak, omdat D. het meisje in een vlaag van verstandsverbijstering zou hebben gewurgd. De rechters vinden een nieuw onderzoek hiernaar niet nodig: „Er is geen twijfel. Hij had inzicht in zijn handelen”, zei de rechter.

D. is matig verstandelijk beperkt en kampt met diverse stoornissen. De rechtbank vindt het ernstig dat hij het meisje in doodsangst liet verkeren en daar niets aan deed. „Hij heeft ondraaglijk verdriet veroorzaakt bij de nabestaanden.”