Buitenland

Duitsland schrikt van aanval op keppeltje

Nadat in Berlijn een man met keppeltje werd aangevallen door een Syrische vluchteling, is er in Duitsland volop aandacht voor antisemitisme. Het dringt nu pas tot veel mensen door hoe erg het is, zegt Sigmount Königsberg van de Joodse gemeente.

Bertus Bouwman
28 May 2018 19:29Gewijzigd op 16 November 2020 13:23

De gouden koepel van de Neue Synagoge aan de Oranienburger Strasse in Berlijn straalt in de zon. Kogelgaten in de muur van het rijk gedecoreerde gebouw herinneren nog aan de Tweede Wereldoorlog. Al in de Kristallnacht in 1938 probeerden SA’ers het gebouw in brand te steken, de lokale politiecommissaris kon samen met de brandweer ternauwernood verhinderen dat de brand om zich heen greep. In de latere oorlogsjaren raakte het monument alsnog ernstig beschadigd bij geallieerde bombardementen.

Wie nu naar binnen wil, moet eerst langs twee gewapende agenten. Binnen wacht een controle die minstens zo streng is als op een vliegveld. Dan pas volgt de ontmoeting met Sigmount Königsberg. Hij is zaakgelastigde voor antisemitisme namens de Jüdische Gemeinde zu Berlin.

Terwijl hij voorgaat naar zijn kantoor vertelt hij al dat Jodenhaat in vele vormen opduikt. „Er is niet één antisemitisme. Nu gaat het over de moslims, maar we hebben met de AfD in de Bondsdag ook een partij die een einde wil aan de herinneringscultuur van de Holocaust.”

Op de deur van zijn kantoor hangt een sticker met een oud Joods spreekwoord: „De halve waarheid is een hele leugen.” Jodenhaat is misschien wel het oudste vijandbeeld tegen een mensengroep, zegt Königsberg. „Een vast onderdeel van het culturele DNA van Europa.”

Maar al te vaak gaat het schuil onder de dekmantel van ”Israëlkritiek”. „Kindermoordenaars uit Israël, stond er onlangs nog geschreven in een doorgaans keurige Zwitserse krant. Dat zijn oeroude beelden die al uit de middeleeuwen stammen. Het is oude wijn in nieuwe zakken.”

Alledaags

Veel van zijn werk als zaakgelastigde voor antisemitisme gebeurt in stilte, vertelt hij. „Ik ben contactpersoon voor slachtoffers en probeer hen te helpen. Soms juridisch, maar vaak verwijs ik ook door naar psychologische hulpverlening.”

Wanneer Jodenhaat van extremisten komt, is dat erg. Maar het meest schrikt Königsberg toch wanneer het uit het midden van de samenleving komt. Zoals in 2012, toen de besnijdenis van jongetjes ter discussie werd gesteld. „Wat we toen vanuit een zogenaamd seculier-liberaal milieu op ons afkregen, dat voelde echt als een harde klap in ons gezicht.”

Het is het alledaagse antisemitisme dat veel Joden moeten verduren, vertelt hij uit eigen ervaring. Vanwege zijn afkomst wordt hij regelmatig op felle toon ter verantwoording geroepen voor de politiek van Israël in het Midden-Oosten. „Alsof ik een vertegenwoordiger ben van de regering. Netanyahu is niet mijn premier, mijn bondskanselier heet Angela Merkel.”

Vaak zit het in heel kleine dingen die niet eens bewust worden gezegd, vertelt Königsberg. „Dan wordt er gesproken over „onze Joodse medeburgers.” Dat klinkt misschien netjes, maar het voelt alsof je geen normale burger bent. We horen er dus niet echt bij. Met deze woorden worden we enkel getolereerd. Dat doet pijn.”

Experiment

In Duitsland wonen zo’n 200.000 Joden, in Berlijn ongeveer 20.000. „We vallen niet op”, zegt hij. Hoogstens de meer conservatieve Joden die vaker een keppeltje dragen. „In Berlijn zijn dat er maximaal 500.”

En toch krijgt deze kleine groep het keer op keer te verduren. De huidige verontwaardiging in Duitsland hierover kwam onder andere op gang toen eind april een Syrische vluchteling met zijn riem insloeg op een Arabische Israëliër. Deze man droeg als experiment een keppeltje, om te bewijzen dat het wel mee zou vallen met de Jodenhaat. Niet dus. Sinds dit incident klinkt met regelmaat de vraag in hoeverre de vluchtelingencrisis van doen heeft met een toenemende Jodenhaat.

„Weinig”, volgens Königsberg. „In 2012 werd mijn voorganger in deze functie, rabbijn Daniel Alter, in elkaar geslagen. In 2014 werden bij een anti-Israëldemonstratie Hamasleuzen geroepen.” Dat gebeurde dus vóór het hoogtepunt van de instroom van vluchtelingen in 2015. „Maar we hebben natuurlijk nu wel veel Syriërs in het land die zijn opgegroeid met zeer vertekende beelden over de Holocaust en Joden. Die ideeën hebben ze heus niet bij de grens achtergelaten. Als we daar niets aan doen, wordt dat gevaarlijk.”

Wat niet helpt is hoe de Duitse politie tot voor kort antisemitisme registreerde. Zo werd elke Hitlergroet vastgelegd als ”extreemrechts”, ook wanneer dit bij een salafistische demonstratie gebeurde. Hierdoor heerste in Duitsland het beeld dat vooral neonazi’s verantwoordelijk waren voor Jodenhaat. „Er was een groot gat tussen de politiecijfers en wat wij dagelijks ervaren.”

Haatboodschappen

Langzaam kantelt dit beeld en wordt duidelijk dat antisemitisme vanuit moslims een groter probleem is dan gedacht. Het is lastig om daar iets aan te doen, zegt hij. „Ik denk niet dat het veel helpt wanneer ik zoiets kom zeggen. Het moet vanuit de moslims zelf komen.” Een uiterst moeilijk proces, volgens hem. „Haatboodschappen laten zich nu eenmaal veel makkelijker verspreiden dan een oproep tot zelfkritiek.”

Dat er nu in Duitsland weer veel aandacht is voor antisemitisme heeft te maken met een aantal zaken, zegt Königsberg. „De meeste mensen hebben er geen idee van hoe erg de haat tegen Joden is. Doordat er nu een filmpje van is, zijn veel mensen wakker geschud.”

Hij buigt zich voorover. „Heb je de video gezien?” Het gewelddadige uithalen met de riem is lang niet het ergste, zegt hij. „Maar de haat, die verschrikkelijke haat in zijn ogen. Dat gaat je door merg en been.”

Publieke steun

Vanuit de ophef over het filmpje ontstond het idee om met zo veel mogelijk mensen de straat op te gaan, Joden en niet-Joden, getooid met een keppeltje. Het idee voor ”Berlin trägt Kippa” kwam van de voorganger van de Joodse gemeente, rabbijn Gideon Joffe. Meer dan 2000 mensen deden mee. „En het weekend daarop nog eens 10.000 toen er overal keppeltjes werden uitgedeeld.”

Dergelijke publieke steun is goed, vindt Königsberg. „Nog belangrijker is dat we nu met mensen in contact komen die we voorheen niet kenden.” Hij wijst naar buiten, naar de gewapende agenten die op wacht staan. „Dat maakt laagdrempelig contact leggen helaas moeilijk.”

Elk Joods object in Berlijn staat onder permanente bewaking, al zeker sinds de jaren zeventig, zegt hij. Een absurde situatie waar hij volkomen aan is gewend. „Ik weet niet beter.” Het is ook de reden dat steeds meer ouders hun kinderen naar de Joodse school willen sturen. „Je stuurt je kinderen het liefst naar een plek waar ze veilig zijn. Als het moet, dan maar met agenten voor de deur.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer