Theologenblog: De toekomst van Jeruzalem
Alleen een Jeruzalem dat op de door God zelf gebrachte gerechtigheid is gegrondvest, kan functioneren als hoofdstad van Gods nieuwe wereld, betoogt Jaap Dekker.
Twee weken geleden verplaatsten de Verenigde Staten hun ambassade naar Jeruzalem, precies op de zeventigste verjaardag van de staat Israël. Niet iedereen staat hierbij te applaudisseren. Het conflict met de Palestijnen is weer op scherp gezet. President Trump heeft een politiek signaal afgegeven: de VS erkennen Jeruzalem voortaan als hoofdstad van Israël.
Sommigen zien er vooral een religieus signaal in. Zij roepen luid dat Trump bezig is de profetieën te vervullen. Daags na de aankondiging van het Amerikaanse voornemen, in december 2017, schreven 250 rabbijnen dat in een dankbrief. Daarbij citeerden ze Jesaja 62:1 (NBV): „Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt.” Niet alle Joden zijn blij met deze duiding.
Ook in sommige christelijke kringen wordt Trump enthousiast een plaats in Gods heilsplan voor Israël toegedicht. Hierbij wordt vaak verwezen naar profetieën over het herstel van Sion in Jesaja 60-62. Dat is opmerkelijk. Deze hoofdstukken gaan namelijk niet over een politiek herstel, maar over een volledige transformatie van Jeruzalem.
De profetieën die Jesaja 60-62 omlijsten, laten zien hoe God een oplossing zoekt voor het ontbreken van gerechtigheid, ook onder Zijn eigen volk. Om de dingen diepgaand en blijvend te veranderen, besluit God Zijn eigen gerechtigheid te doen komen. Dat gaat alleen niet zonder oordeel. Wanneer God als Bevrijder naar Sion komt, heeft Hij het kleed van de vergelding aan en komt er een dag van wraak (Jes. 59:15b-20; 63:1-6). Dat raakt niet alleen andere volken, maar juist ook Israël zelf.
Gods doel is een volk te scheppen dat enkel uit rechtvaardigen bestaat (Jes. 60:21). Bij Jesaja valt dat niet samen met het volk Israël als geheel. Het oordeel gaat er dwars doorheen. De scheidslijn loopt tussen rechtvaardigen en goddelozen, tussen knechten en vijanden van de HEER. De inwoners van Sion zullen als ”terebinten van gerechtigheid” bekend staan en Gods glorie weerspiegelen (Jes. 61:3b).
Het motief van de glorie van God laat zien dat de boodschap van deze hoofdstukken vooral theologisch is. Sions toekomstige heerlijkheid is afgeleid van de glorie van God zelf (Jes. 60:1). Het gaat Jesaja niet om de erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van een politieke staat of het verplaatsen van ambassades. De beloofde transformatie van Sion overstijgt de politieke werkelijkheid en is primair eschatologisch en soteriologisch van aard.
Centraal in Jesaja 60-62 staat de profetie over de Gezalfde van de HEER. Hij is het die de transformatie afkondigt en in gang zet (Jes. 61:1-3). In Lukas 4 wordt deze profetie met Christus verbonden. De evangelisten hebben Zijn komst verstaan als het begin van de beloofde glorieuze toekomst voor Sion (vgl. Mat. 21:5). Hoe teleurstellend Jeruzalem op dat moment ook reageerde, er komt een tijd waarin opnieuw zal klinken: „Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!” (Mat. 23:39).
Intussen blijft elke poging om Jesaja 60-62 op een gemakkelijke manier naar ons toe te halen, door deze profetie direct te koppelen aan de hedendaagse politiek, beneden de maat van de profetie. Alleen een Jeruzalem dat gegrondvest is op de door God zelf gebrachte gerechtigheid kan functioneren als hoofdstad van Gods nieuwe wereld. Wat zou het intussen een getuigenis zijn als de politiek zich wel vast naar de norm van die gerechtigheid zou weten te richten. Juist waar het om Jeruzalem gaat.
De auteur is bijzonder hoogleraar op de Henk de Jong-leerstoel ”Bijbelonderzoek en identiteit in Ned. Geref. perspectief” aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.