Talenwonder
Handelingen 2:4b
„En begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.”
Zij luisterden en luisterden en de één zei tot de ander: „Die spreken Latijn”, en: „Ik hoor hen in de Arabische taal spreken.” Daar waren Parthers, Meders, Elamieten, Cappadociërs. Er waren er uit alle toenmaals bekende landen van de aarde. Zij verbazen zich, en luisteren. Een ieder hoort de apostelen in zijn eigen taal spreken. God geeft het deze ongeleerde Galileeërs eenmaal dat zij in wellicht honderdtwintig talen predikten. Wij hebben van deze gebeurtenis een voorspel toen Mozes tot de Heere zei dat hij het volk niet langer alleen kon dragen. De Heere deed de zeventig oudsten voor Zich komen en zonderde de Geest, Die op Mozes was, af en legde Die op hen, zodat zij allen begonnen te profeteren.
Terwijl de jongeren zo in vreemde talen spraken, handelden zij van datgene wat een arm mens nodig heeft, opdat zijn afgoden hem uit de handen geslagen worden en hij vrede met God vindt. Zij spraken een taal die de arme mensen verstaan konden. Genade te hebben gevonden in de ogen van God maakt voor de eeuwigheid gelukkig! Alleen aan Gods hand gaat men zeker door dit leven en gaat men ook zeker en met goede hoop op het eeuwige leven in de dood.
H. F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Preken”, 1896)