Nederland helpt India tegen superbacteriën
Nederland schiet India te hulp om te voorkomen dat bacteriën resistent raken tegen antibiotica. Nederland helpt de Indiase gezondheidszorg beter samen te werken, de verspreiding van deze ziekteverwekkers in kaart te brengen en die tegen te gaan door de hygiëne te verbeteren. Dat heeft minister Bruno Bruins (Medische Zorg) afgesproken op bezoek in de Indiase hoofdstad Delhi.
Bacteriën die ongevoelig zijn geworden voor antibiotica gelden de komende jaren als een van de belangrijkste bedreigingen van de gezondheid. Nederland heeft er nog weinig last van, maar in India tieren ze welig. Dat komt onder meer door de medicijnenindustrie, die het vaak niet erg nauw neemt met het milieu en allerlei antibiotica loost. Bacteriën die daarmee in het wild in aanraking komen kunnen zich zo aanpassen dat ze resistent raken voor deze middelen.
Indiase ziekenhuizen kunnen voorkomen dat resistente bacteriën van de ene op de andere patiënt overgaan door de hygiëne te verbeteren en de besmette patiënt af te zonderen. Nederland gaat de ziekenhuizen helpen daarvoor gezamenlijke regels af te spreken. Ook bij het opsporen en in de gaten houden van deze bacteriën verleent Nederland hulp.
Nederland en India trekken al langer samen op tegen bacteriën die bestand zijn geraakt tegen antibiotica. Bruins wijst erop dat deze ziektekiemen zich niet aan grenzen houden. Antibiotica zijn volgens de minister een zegen geweest voor de wereldwijde volksgezondheid, „maar als we daarmee niet voorzichtig omgaan, worden bacteriën resistent. Dan kan een simpele blaasontsteking opeens dodelijk zijn. Dat moeten en kunnen we voorkomen.”