Holleeder ontkent aanslagen op Van Hout
Willem Holleeder heeft naar eigen zeggen niets te maken met de aanslagen op zijn voormalige criminele compagnon Cor van Hout. Donderdag wees hij tijdens een intensief verhoor iedere suggestie in die richting categorisch van de hand.
Donderdag is de rechtbank in Amsterdam begonnen aan de feitenbehandeling van het enorme dossier dat justitie de afgelopen jaren tegen Holleeder (59) heeft opgebouwd. Hij wordt verdacht de hand te hebben gehad in een reeks al dan niet voltooide liquidaties. In het proces, dat op 5 februari begon, heeft de rechtbank tot dusver vooral getuigen gehoord, onder wie Holleeders zussen Astrid en Sonja (de partner van Van Hout). Zij zijn ervan overtuigd dat Holleeder verantwoordelijk is voor de liquidatie van Van Hout op 24 januari 2003 in Amstelveen. Van Hout werd op straat doodgeschoten. Ook Robert ter Haak, die met Van Hout had geluncht, werd dodelijk getroffen. De rechtbank bespreekt dit dossier als eerste in de reeks.
In 1996 en 2000 werd eerder geprobeerd Van Hout te liquideren. Holleeder en Van Hout, die in 1983 samen tot de groep ontvoerders van biermagnaat Freddy Heineken behoorden, raakten in de jaren negentig gebrouilleerd. Holleeder zou zijn overgelopen naar het ‘kamp’ van de criminelen Sam Klepper en John Mieremet (beiden eveneens geliquideerd, in respectievelijk 2000 en 2005). Volgens Holleeder trok hij alleen met dit duo op om problemen op te lossen, ook voor Van Hout. Hij noemde het „schandalig” dat er verklaringen „in elkaar zijn gedraaid”.
De planning voor de behandeling van het dossier-Van Hout/Ter Haak wordt gewijzigd, aldus een woordvoerder van de rechtbank. Donderdagmiddag was deze nog niet bekend. Wel staat inmiddels vast dat Holleeders zus Astrid op 29 mei en 1 juni over dit dossier als getuige wordt gehoord. Dit verhoor stond aanvankelijk een week later gepland.