Onderzoek: Brandweer moet sneller ter plekke
De brandweer moet sneller ter plekke zijn om een brand te blussen of andere hulp te verlenen. Burgers weten nu niet binnen welke tijd zij op brandweerhulp kunnen rekenen, stelt de Inspectie Justitie en Veiligheid na onderzoek.
De opkomsttijden van de brandweer (van melding tot aankomst) moeten scherper en realistischer, vindt de waakhond. In 24 van de 25 veiligheidsregio’s worden bij 10 tot 70 procent van de incidenten tijdnormen overschreden. Ook blijken vrijwilligers bij de brandweer steeds minder beschikbaar te zijn, wat risico’s kan opleveren.
Brandweer Nederland stelt in een reactie dat de regels toe zijn aan verandering. „Sneller dan nu ter plaatse zijn gaat gewoonweg niet”, stelt voorzitter Stephan Wevers. Hij voelt zich naar eigen zeggen gesteund door minister Ferd Grapperhaus, die aan de Tweede Kamer schrijft dat realistische tijden vastgesteld moeten worden. Grapperhaus stelt echter ook dat hij het geschetste beeld „als zorgwekkend” beschouwt. „Zoals ook de inspectie constateert is het halen van de vastgestelde opkomsttijden geen vrijblijvende kwestie”, aldus de minister.
Als opkomsttijden altijd en overal gehaald moeten worden, dreigt de brandweer volgens Wevers echter onbetaalbaar te worden. Wat Brandweer Nederland betreft komt er een nieuw systeem met een „gebiedsgerichte aanpak”. „De brandweer moet zijn paraatheid en snelheid aanpassen aan het risico: snel zijn in de gebieden waar het brandgevaar het hoogst is.” Extra aandacht voor preventie is ook belangrijk, zeker als het gaat om gebouwen waar de gevolgen van brand groot kunnen zijn, zoals kinderdagverblijven.
Verder adviseert de inspectie brandweerkorpsen die niet standaard een brandweerauto met zes brandweerlieden sturen, maar in sommige gevallen een kleinere bemanning, om meer te oefenen. De toezichthouder roept regering, parlement en de veiligheidsregio’s op tot verbeteringen.