Opinie

GG en GGiN, kerkelijke eenheid is Bijbelse plicht

Nu aangetoond is dat er geen wezenlijk verschil is tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland is kerkelijke eenheid een Bijbelse plicht, schrijft Geert Jan Rozendaal in een open brief aan de afgevaardigden naar de synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

Geert Jan Rozendaal
22 May 2018 15:07Gewijzigd op 16 November 2020 13:20
Luchtfoto van de twee kerkgebouwen van de Gereformeerde Gemeente en Gereformeerde Gemeente In Nederland (l) te Barneveld. beeld RD, Anton Dommerholt
Luchtfoto van de twee kerkgebouwen van de Gereformeerde Gemeente en Gereformeerde Gemeente In Nederland (l) te Barneveld. beeld RD, Anton Dommerholt

Geachte afgevaardigden,

In een open brief in 2013, gepubliceerd in het Reformatorisch Dagblad, heb ik u opgeroepen om onze kansels open te stellen voor predikanten van de Gereformeerde Gemeenten. Dit voorstel heb ik u gedaan om niet over elkaar te spreken maar elkaar onder het Woord te ontmoeten. Gelukkig zijn er sinds die tijd steeds meer kansels van ons geopend voor onze broeders van de Gereformeerde Gemeenten. Onderlinge herkenning neemt steeds meer toe; zo wordt bijvoorbeeld in bijna al onze gemeenten de catechisatiemethode gebruikt die ontwikkeld is door de Gereformeerde Gemeenten. Jongeren krijgen in beide kerkverbanden exact hetzelfde onderwijs; een van de kenmerken dat er geen wezenlijk leerverschil kan zijn tussen beide denominaties. Bovenstaande ontwikkelingen stemmen tot blijdschap en geven mij een gevoel van gepaste trots over ons kerkverband, omdat het hierin een constructieve houding toont.

Dankzij de studies van dr. M. Golverdingen weten we inmiddels meer dan in 2013 bekend was. Door zijn wetenschappelijke en objectieve bestudering van het verleden is duidelijk geworden dat vooral de kerkelijke context van de jaren 50 van de vorige eeuw geleid heeft tot een droeve scheuring. Zijn onderzoek heeft aangetoond dat er eerst sprake was van een scheuring en daarna pas van een leerverschil, en niet andersom. Helaas was het kwaad geschied en bleek herstel onmogelijk. Is het werkelijk de wil van de Heere om in deze weg te blijven voortgaan? Ik kan hierin de zegen van de Heere niet waarnemen. In het hogepriesterlijk gebed heeft Christus Zijn testament ons geschonken: „Opdat zij allen één zijn (…) opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt” (Joh. 17:21). Het heeft mij altijd bevreemd dat dit wordt beperkt met de opmerking: „de Kerk is één in Christus”, alsof dit de ruimte openlaat voor een gescheiden optrekken. De Bijbel geeft geen enkele aanleiding om geestelijke eenheid te scheiden van kerkelijke eenheid. Beide denominaties houden vast aan de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking, ingebed binnen de Drie Formulieren, en handelen naar het gereformeerd kerkrecht; dan is gescheiden voortleven onverdedigbaar.

Is er dan echt geen verschil? Er is geen wezenlijk leerverschil. Uiteraard is er sprake van een bepaald sociologisch verschijnsel dat een grote groep mensen de neiging heeft zich in subgroepen te manifesteren. Vanaf het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten heeft dit verschijnsel zich voorgedaan en is er ruimte geweest voor zowel de preekstijl van ds. G. H. Kersten als die van ds. G. van Reenen. In beide denominaties staan predikanten die zich of meer in de dogmatische lijn bewegen van Kersten of meer in de gevoelslijn van Van Reenen. Dit is niet conflicterend, wel complementerend. Daarmee leven dus nu twee identieke kerkverbanden, waarbij beide preekstijlen worden gehonoreerd, naast elkaar…

Helaas lijkt het erop dat om kerkpolitieke redenen de wil ontbreekt om tot institutionaire eenheid te komen. Er wordt door u al jaren gewerkt om ”het leergeschil” onder woorden te brengen; helaas, het is nog steeds niet gelukt. Blijkbaar is het zo ingewikkeld dat het moeilijk onder woorden te brengen is. Als een leergeschil niet uit te leggen is, bestaat het dan wel? Als dit het kardinale punt betreft waardoor samengaan onmogelijk is; waarom wordt dit dan al jaren onder embargo gehouden? Na al die jaren van wachten zijn wij het wachten moe en beginnen we het vertrouwen te verliezen waar het kerkelijke kader het nu echt om te doen is.

In 1907 zijn twee denominaties niet bij elkaar gebracht door niets te doen. Nee, het was bij hen: bid én werk. Daarom ben ik begonnen met een petitie onder de (doop)leden van beide kerkverbanden. Deze petitie hoop ik ter informatie naar de synode te verzenden (zie petities.nl). Zie deze brief en de petitie als een publiek getuigenis; ook ik hecht grote waarde aan een kerkordelijke gang van zaken. Daar wil ik mij in het vervolg ook naar gedragen.

Afgevaardigden, het woord van de Heere Jezus is: „Niemand die zijn hand aan den ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods” (Luk. 9:62). U draagt geen verantwoordelijkheid voor wat u als erfenis heeft ontvangen, wel voor wat u overdraagt aan de volgende generatie. Bid en werk!

Gods zegen toegewenst,

Met hoogachting,

Geert Jan Rozendaal

De auteur is lid van de gereformeerde gemeente in Nederland Gouda-Gerbrandyweg en heeft jarenlang kerkelijk jongerenwerk verricht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer