Den Haag neemt cultuursector onder de loep
De gemeente Den Haag licht de komende jaren diverse grote culturele instellingen door. Het gaat hierbij om de kwaliteit van de bedrijfsvoering en niet om de artistieke inhoud.
Dat staat in het gemeentelijk kunstenplan 2005-2008 dat wethouder Engering van Cultuur vrijdag bekendmaakte.
Onder de instellingen die onderzocht worden zijn het Gemeentemuseum, het Nederlands Danstheater, de Koninklijke Schouwburg en het Museon. Het is de bedoeling dat de gemeentelijke accountant per jaar de bedrijfsvoering van twee organisaties bekijkt.
Het college van burgemeester en wethouders besloot tot zo’n onderzoek op advies van een lokale ”Raad voor Cultuur”, de commissie-Zonderop. De gemeente had om het oordeel van de commissie gevraagd omdat ze zelf geen uitspraken doet over de artistieke kwaliteit van musea, toneel- en theatergroepen en orkesten.
Engering heeft in grote lijnen het advies gevolgd, maar op enkele punten vond ze afwijking nodig. Zo wil de wethouder niet dat het Zcala (het oude Volksbuurtmuseum in de Schilderswijk) helemaal ophoudt te bestaan. Hetzelfde geldt voor het Centrum Voor Amateurkunst (CVA). De twee worden samengevoegd, maar hoe dat er precies uit gaat zien is nog onduidelijk.