Noordmansstudiedag rond verstaan van leven
De hervormde theoloog Oepke Noordmans en de Franse filosoof Michel Henry zochten naar het verstaan van het leven. De overeenkomst in het werk van beiden is dat het leven zich uiteindelijk niet laat uitdrukken in taal, maar als leven dat zichzelf aandient en verschijnt.
Zowel Henry als Noordmans maakt gebruik van de filosofische stroming van de fenomenologie; een stroming die zich richt op het verschijnen van de dingen. Deze zet zich af tegen verlichtingsdenken waar de mens de wereld door middel van de rede ‘objectiveert’.
Het onderwerp kwam donderdag aan de orde bij de negentiende Noordmansstudiedag aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam. Filosoof prof. dr. Ruud Welten leidde de ongeveer 25 aanwezigen in in het gedachtegoed van Michel Henry (1922-2002).
Henry vraagt niet alleen de aandacht voor de fenomenen, de verschijnselen, maar reflecteert ook op de aard van dit verschijnen. Welten maakte dit duidelijk met een voorbeeld: „Wanneer je een wandeling maakt door een warm land en je wilt uitrusten op een grote kei, dan zul je merken dat deze heet is. Je kunt zeggen: Mij wordt geopenbaard dat de steen heet is. Nee, zegt Henry, er gaat iets aan vooraf. Mij wordt geopenbaard dat ik hitte kan ervaren.” Dit is wat Henry de zelfopenbaring van het leven noemt, waar de affectiviteit, het geraakt worden, een centrale rol in speelt.
Het is volgens Welten als een biologiestudent die op zoek gaat naar kennis over het leven. „Henry zou zeggen; „Als je je realiseert dat je aan het zoeken bent, dan is dat het leven al.”” Het denken van Henry moet worden gezien als een kritiek op Grieks objectiverend denken dat kennis zoekt in objecten buiten onszelf. Dit denken is volgens Welten schering en inslag in de westerse filosofie en theologie. Welten: „In de moderniteit is er een mens die besluit wel of niet in God te geloven. God wordt dan een object en dat lijkt mij de dood van God. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Henry geïnteresseerd is in het Johannesevangelie, waarin Christus Zichzelf de Waarheid en het Leven noemt.”
Prof. dr. Gerrit Neven, emeritus hoogleraar aan de PThU, stelde dat deze gnostische trekken, waarbij kennis iets onmiddellijks wordt, ook aanwijsbaar zijn in het denken van Noordmans. Noordmans is een fenomenoloog van het Woord, dat wil zeggen: hij onderzoekt hoe het Woord van God verschijnt in het alledaagse leven.
Volgens Neven vat Noordmans het Woord uit het begin van het Johannesevangelie op als het Hebreeuwse ”dabar”. Het Woord is in het begrip dabar in beweging, „Als een reiziger die onmetelijke afstanden van tijd en ruimte overbrugt.” Noordmans vergelijkt in een preek het Woord met sneeuw: „De wind en de tijd spelen ermee, door een wirwar van teksten en tijden dwarrelt het naar beneden, zoekende een plekje om te gaan liggen in uw hart. Zo is leven onder het Woord.”