EU koerst met nieuwe begroting de verkeerde kant op
De Europese Commissie lijkt met de nieuwe begroting terecht met een moderniseringsslag te zijn begonnen, maar verliest op een aantal belangrijke punten haar focus, stellen Bas Belder en Gonda van den Heuvel-van ’t Zelfde namens de eurofractie ChristenUnie-SGP.
De Europese Commissie wil in de nieuwe meerjarenbegroting, het Meerjarig Financieel Kader (MFK), meer ruimte vrijmaken voor de aanpak van grensoverschrijdende problemen zoals grensbewaking en veiligheid. Ook wil de Commissie flink inzetten op innovatie, de digitale economie en jongeren. Dit kost geld, terwijl de begroting al een flinke deuk oploopt door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU in 2019. Jaarlijks loopt de EU hierdoor 12 tot 14 miljard euro aan inkomsten mis, een substantieel gat dat gedicht moet worden door de overblijvende 27 lidstaten. Met minder middelen moeten er dus meer resultaten behaald worden, een uitdagende opgave die vraagt om kritische keuzes.
Ondanks een aantal bezuinigingen is de Commissie er niet in geslaagd een afgeslankte begroting samen te stellen. In plaats daarvan stijgen de lasten voor de lidstaten aanzienlijk. In vergelijking met andere lidstaten zal Nederland onevenredig hard geraakt worden door het wegvallen van de jaarlijkse korting van 1 miljard euro. Wij vinden dit niet realistisch en niet nodig. Een kleinere EU vraagt om een slankere begroting, toegespitst op de uitdagingen van deze tijd.
Voedselvoorziening
Het is positief dat de Commissie een aantal bezuinigingen voorstelt. Echter, de voorgestelde bezuiniging van 5 procent op het budget voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is niet verstandig. De EU moet juist prioriteit geven aan de eigen voedselvoorziening. Het is belangrijk dat Europa zelf kan voorzien in voldoende voedsel en onafhankelijk blijft van niet-Europese landen. Aangezien de markt de voedselproductie helaas nog te weinig vergoedt, is het cruciaal de boeren te blijven steunen. De uitgaven voor landbouw en regionaal beleid (steun aan armere EU-regio’s) komen in het nieuwe MFK gezamenlijk voor het eerst onder de 60 procent van het totale budget. Het aandeel voor landbouw bedraagt nog maar 30 procent, terwijl dit in de jaren 90 zelfs 50 procent van de totale begroting bedroeg.
Boeren staan onder toenemende druk van ambitieuze milieumaatregelen. Terecht belooft de Commissie in haar voorstel de regeldruk te verlagen door deze meer te koppelen aan de algemene milieudoelstellingen van de EU. Het is belangrijk dat de boeren de ruimte krijgen om duurzaam te produceren op een manier die naadloos aansluit bij het bedrijf. Dat vraagt om maatwerk en een eenvoudiger, efficiënter beleid.
Innovatiepotje
Het is positief dat er hernieuwde aandacht is voor jonge boeren en bedrijfsopvolging. Jonge boeren zijn de toekomst van de sector en willen zich, zeker in Nederland, graag inzetten voor duurzame, innovatieve landbouw. Deze ambities verdienen de juiste ondersteuning. De Commissie reserveert in de nieuwe begroting weliswaar 10 miljard euro voor onderzoek en innovatie, maar het is wel zaak dat Nederlandse boeren daar goed gebruik van kunnen maken. Dit motiveert en versterkt uiteindelijk de concurrentiepositie.
Het innovatiepotje mag echter niet ten koste gaan van directe betalingen uit de eerste pijler van het GLB, die hun waarde bewezen hebben. De eerste pijler van het GLB gaat om inkomensondersteuning in de vorm van een vast bedrag per hectare. Een lager budget zal niet bijdragen aan de ambities van de (jonge) boeren. Integendeel, het zal zelfs demotiverend werken.
Waar moet dan wel op bezuinigd worden? De EU verliest regelmatig haar focus door enthousiast in te zetten op projecten zoals het DiscoverEU-project. Met DiscoverEU kunnen 18-jarige Europese jongeren een maand lang gratis per trein door de EU reizen. Het kostenplaatje hiervoor kan oplopen tot maar liefst 100 miljoen euro per jaar. Gratis per trein Europa ontdekken is natuurlijk erg leuk, maar de EU zou met dit geld bijvoorbeeld ook heel wat Europese jonge boeren kunnen ondersteunen, die op een innovatieve en duurzame manier willen bijdragen aan onze voedselvoorziening én de concurrentiepositie van Europese boeren internationaal versterken.
Zeggenschap
Terreinen zoals cultuur, sport en onderwijs, met uitzondering van nuttige grensoverschrijdende projecten zoals Erasmus+, horen primair bij de lidstaten thuis. De EU dient zich vooral op haar kerntaken te richten door het creëren van toegevoegde waarde voor de lidstaten. Het is dan ook te betreuren, hoewel niet verrassend, dat de EU weer meer macht naar zich toe wil trekken door het inkomstenplafond van het MFK te verhogen van 1,03 procent van het bruto nationaal product (bnp) van de lidstaten naar 1,11 procent van het bnp.
Het is belangrijk dat de lidstaten zelf de EU van financiële middelen blijven voorzien, om zo zeggenschap te houden over het Europees beleid. Het past de EU, zeker in tijden waarin het euroscepticisme groeit en er Europese verkiezingen ophanden zijn, een koers te varen die niet gericht is op meer macht, maar op meerwaarde en samenwerking.
De auteurs zijn respectievelijk plaatsvervangend lid begrotingscommissie en beleidsmedewerker begrotingscommissie.