Groen & duurzaamheid

Dieren uitzetten in het wild is nog een hele klus

Veertien vale gieren zijn afgelopen maand losgelaten op Sardinië om de kwijnende populatie daar nieuw leven in te blazen. Bij elkaar worden er zestig vogels uitgezet. Twee van de uitgezette gieren waren afkomstig uit Artis. Het komt niet vaak voor dat dierentuindieren daadwerkelijk in het wild worden uitgezet. Aan zo’n actie gaan jaren van voorbereiding vooraf.

Theo Haerkens
17 May 2018 21:03Gewijzigd op 16 November 2020 13:19
Vale gier. beeld Artis
Vale gier. beeld Artis

Het was geen toeval dat de dieren uit Artis werden uitgezet. Ze waren allebei nog jong, het ene was uitgebroed en verzorgd door een koppeltje mannelijke gieren. Het andere was het kuiken van een paar uit Spanje afkomstige vogels die zelf ooit gewond waren geraakt en niet meer geschikt voor een leven in het wild. Goed voorbereid moeten de jongen in staat zijn zich snel aan te passen en in de natuur te handhaven. Oudere dierentuinbewoners lukt dat niet meer.

„Voordat je dieren kunt uitzetten moeten de omstandigheden zo zijn dat ze daadwerkelijk kunnen overleven”, aldus bioloog Gert Polet, hoofd van de afdeling Wildlife van het Wereld Natuur Fonds, die zich wereldwijd bezighoudt met het beschermen van bedreigde soorten, het versterken van populaties en daarnaast met herintroductie. „De bedreiging wegnemen, zodat de dieren in vrijheid voldoende beschermd zijn, is altijd ons eerste punt van actie. De positie van de dieren die nog wel zijn, moet je versterken”, licht hij toe. „De biotoop, de leefomgeving, moet geschikt zijn”, vult Marielle van Aggelen aan, de directeur van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD), die de veertien grote tuinen verenigt.

De gieren op Sardinië waren gedecimeerd omdat de boeren ze in de jaren zeventig vergiftigden. Het stoppen van die praktijk was een vanzelfsprekende voorwaarde. Dat de wetgeving daarvoor moest worden aangepast laat wel zien dat hoeveel werk en tijd er gemoeid is met een dergelijk project.

Polet is lovend over het gierenproject. „Heel erg mooi om zo nieuwe populaties te krijgen. Het helpt zeker als dierentuinen daarvoor dieren beschikbaar stellen.” Hij vertelt over de herintroductie van de condor, met een spanwijdte van 3 meter een van de grootste vogels ter wereld, die in Zuid-Amerika nagenoeg was uitgestorven. Om herintroductie kans van slagen te bieden werden de eieren van de laatste paartjes verzameld en in gevangenschap uitgebroed om de jongen in een geschikte omgeving uit te zetten en zo hun overlevingskans én die van de soort te vergroten. „Ze zijn van de ondergang gered”, concludeert Polet. „Het kon niet op een andere manier. Uitsterven is eenmalig, er is geen weg terug.”

Niet geschikt

De meeste dierentuindieren zijn ongeschikt voor herintroductie in het wild, ze zijn te veel aan mensen gewend om nog bang te zijn en niet gewoon hun kostje zelf bij elkaar te scharrelen. „Dieren die je wilt uitzetten moet je zo natuurlijk mogelijk houden, zodat ze zich in het wild kunnen handhaven”, aldus Polet. Daarom zijn het altijd jonge dieren die worden uitgezet en geen dieren die helemaal gewend zijn aan het leven in gevangenschap.

Hoe ingewikkeld dit allemaal kan zijn, blijkt uit de introductie van kraanvogels in de Verenigde Staten. Dat zijn, net als onze kieviten en grutto’s, trekvogels. Om ze hun natuurlijke migratieroute te wijzen, werden ze op hun eerste vlucht voorafgegaan door een ultralicht vliegtuigje.

Om de Iberische lynx terug te brengen in Spanje en Portugal, waarvan er toen nog maar zo’n 200 waren, moesten de dierenbeschermers konijnen fokken, de natuurlijke prooi van deze katten. Veel lynxen werden doodgereden op de wegen die de landen doorkruisen, maar ze sneuvelden massaal toen de konijnen aan een ziekte bezweken. „We moesten ons jaren bezighouden met konijnen om uiteindelijke lynxen te kunnen fokken en uitzetten”, aldus Polet. Dat had nogal wat voeten in aarde, omdat lynxen er enorme territoria op nahouden waarvoor een veilig en afgerasterd gebied nodig was. „Je bent soms wel tien tot twintig jaar bezig met zo’n project. Het vergt een lange adem, maar als het lukt is het ook feest.”

Steun organiseren

Dierentuinen werken bij het uitzetten van dieren niet op eigen houtje. De International Union for the Conservation of Nature (IUCN), een samenwerkingsverband van 86 landen en meer dan 900 natuur- en milieuorganisaties, fungeert als coördinator en vraagt tuinen wel om dieren die met uitsterven worden bedreigd in hun fokprogramma’s op te nemen. De IUCN gaf onder meer de aanzet tot het oprichten van het Wereld Natuur Fonds.

Polet is net terug uit Bogota in Colombia. Hij helpt dierenbeschermers daar bij de voorbereiding van een conferentie om de jaguar –een grote katachtige– beter te beschermen. Ervaringen met de organisatie van een tijgerconferentie waar ministers uit de verschillende landen samen met natuur- en milieuorganisaties en dierentuinen aanschoven, kunnen daar mogelijk van dienst zijn. „Het is een heel politiek proces om de steun te organiseren die nodig is voordat je het werk met de dieren zelf kunt oppakken.”

En dan ben je er nog niet. Om de populatie luipaarden in de Russische Kaukasus te redden moesten de juiste dieren worden gefokt. De ouders kwamen uit dierentuinen in Portugal en Iran. Polet: „We zochten naar bloedlijnen van dieren uit dat gebied. Er zijn luipaarden in Azië en in Afrika, we wilden de goede ondersoort hebben.” Van Aggelen: „Dierentuinen houden internationaal stamboeken bij en houden zich strikt aan de fokprogramma’s voor bedreigde dieren. Die vormen een belangrijke genenpool, je wilt geen hybrides uitzetten.”

Ze vertelt over een schimmelziekte die de kleurige kikkertjes uit Costa Rica bedreigde. De NVD-dierentuinen begonnen een jaar of acht geleden vast kikkertjes te kweken om ze te kunnen uitzetten zodra de schimmel zou zijn verzwakt. Kortgeleden bleek dat de resistentie in de natuur spontaan was toegenomen, waarop de soort zich herstelde en uitzetten niet meer zo urgent is. De kikkers kunnen gewoon in de collectie worden opgenomen. „Je doet zoiets niet zo gauw met olifanten”, erkent Van Aggelen, „want waar moet je die laten?”

Dierentuinen dragen graag bij aan de instandhouding van een soort. Het geeft status, maar soms worden ze ingehaald door de realiteit. De soort herstelt zich spontaan of het duurt te lang en de dieren zijn niet langer geschikt om in het wild te leven.

Overigens is niet elke poging om soorten van de ondergang te redden een succes. Zo is Polet minder optimistisch over pogingen de neushoorn in Sumatra en Borneo te behouden. Door het kappen van regenwoud en de aanplant van palmolieplantages in Indonesië en Maleisië is hun leefgebied zo versplinterd dat de dieren nauwelijks nog een partner kunnen vinden.

Gezondheid

Soorten die in Nederland worden gekweekt om te worden uitgezet:

lDe vuursalamander, die ernstig te lijden heeft onder een schimmelziekte.

lDe knoflookpad, die op maar enkele plaatsen in Nederland voorkomt.

lDe korenwolf, een hamster die alleen in Zuid-Limburg op enkele plaatsen voorkomt.

lDe GaiaZOO in Kerkrade leverde in 2002 en 2013 przewalskipaarden om na een tussenstop in Polen te worden uitgezet op de steppen van Mongolië.

lArtis leverde in de jaren tachtig samen met de Insbruckzoo al steenbokken om uit te zetten in Oostenrijk.

Soorten

Dieren die in de natuur worden uitgezet staan onder streng veterinair toezicht om te voorkomen dat ze een populatie besmetten met ziekten die fataal kunnen zijn. Zo staan de gieren in Artis, net als alle andere Artisbewoners, onder permanent veterinair toezicht. De vogels die naar Sardinië zijn gestuurd zijn vooraf uitgebreid onderzocht op allerlei ziekten, vertelt Martine van Zijll Langhout, een van de drie dierenartsen in Artis. Na het uitzetten volgen wetenschappers nog jaren de ontwikkeling van de soort.

Binnen Europa gelden strenge regels, die ook van toepassing zijn als dierentuinen onderling dieren uitwisselen voor hun fokprogramma’s. Artis stelt nog extra eisen om te voorkomen dat er ziekten worden geïntroduceerd. Dieren uit andere tuinen worden eerst ter plekke gecontroleerd. Als ze bij Artis aankomen, gaan ze in quarantaine en na afloop daarvan volgt er een nieuwe veterinaire controle voordat ze definitief worden toegelaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer