Rutte: Aruba moet wel om hulp vrágen
Nederland wil Aruba best helpen de stroom vluchtelingen uit Venezuela te verwerken. Maar dan moet het land daar wel om vragen, zegt premier Mark Rutte.
De Arubaanse premier Evelyn Wever-Croes klaagde in NRC dat „Nederland geen geld wil uitgeven aan de opvang” van vluchtelingen uit het in chaos en armoede weggezonken buurland. Ze noemt het „vrij irritant hoe weinig Nederland doet” en denkt dat de toestand op Aruba de regering in Den Haag koud laat.
Premier Rutte is zich van geen kwaad bewust. Aruba heeft volgens hem helemaal niet om hulp gevraagd. „Als Aruba belt, dan gaan we ook daar helpen”, net als al in het naburige Curaçao gebeurt. Maar dan moet de eilandregering wel een verzoek indienen, want „Aruba is een autonoom land”.
Aruba, een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden, ligt nog geen 40 kilometer van de Venezolaanse kust. Het eiland heeft sinds de crisis in Venezuela te kampen met een toestroom van vluchtelingen.
Wever-Croes is „zelf maar begonnen dit uit onze eigen begroting te bekostigen. Je kunt die mensen toch niet de honger in terugsturen. Wel krijgen we steun van het ministerie van Defensie van Nederland, die ons wil gaan helpen met de logistiek.”