Jordaanse prins steunt islamitische universiteit
De Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR) heeft vrijdag steun gekregen van de Jordaanse prins Hassan bin Talal in haar streven naar erkenning door de overheid.
„Het is van het grootste belang dat u zo snel mogelijk overheidserkenning krijgt”, zei de prins in een toespraak bij de opening van een instituut voor interreligieuze dialoog aan de IUR. De IUR is een particuliere instelling die moslims opleidt tot imam, geestelijk verzorger en godsdienstwetenschapper. De financiële situatie van de universiteit is al sinds de oprichting in 1997 penibel. Erkenning en financiering door de overheid zijn nog niet in zicht.
De prins, oom van de Jordaanse koning Abdullah II en vooraanstaand pleitbezorger van de interreligieuze dialoog, opende het Averroës Instituut voor Godsdienststudies. Dat wil de dialoog met andere godsdiensten stimuleren. Het moet er volgens de IUR toe bijdragen dat de imams die ze opleidt, „met een verruimd wereldbeeld onze multiculturele maatschappij zullen gaan verrijken.”
Met het instituut, genoemd naar de befaamde twaalfde-eeuwse islamitische filosoof Averroës (Ibn Roesjd), loopt de IUR volgens de prins voorop, „niet door een monopolie op de waarheid, maar door het delen van visies op de vraag hoe we kunnen bijdragen aan een gezamenlijke toekomst van de mensheid.”
Hassan, die enkele ontmoetingen van Iraakse religieuze leiders heeft georganiseerd, brak een lans voor een federaal staatsbestel in Irak. De indeling in deelstaten moet volgens hem puur geografisch zijn en niet langs etnische lijnen verlopen. Anders dreigt een „balkanisering” van het land, waarschuwde hij.
De Iraakse interim-regering moet ervoor zorgen dat Iraakse burgers met uiteenlopende etnische en religieuze achtergronden met elkaar in gesprek raken, aldus de prins. De dialoog die de mensenrechtenorganisatie Helsinki Citizens’ Assembly tussen Turken, Armeniërs en Azeri heeft opgezet, kan volgens hem een model voor zulke gesprekken zijn.
Hassan veroordeelde het geweld van moslimextremisten. Die zijn volgens hem slechts in naam islamitisch. „Moslimextremisten zijn net zo islamitisch als de Duitse Democratische Republiek (DDR) democratisch was.”