Blind
De mens is van nature blind in zaken van de zaligheid. De duivel beloofde de mens grote kennis, beide van goed en van kwaad, maar de ervaring heeft geleerd wat voor een valse bedrieger hij is.Van nature zijn wij allen blind geboren, onwetend in de zaken die het koninkrijk Gods betreffen. Vanwege ons blind verstand is het hart van een mens zo boos, dat hij uit Gods beste werken kwaad trekt. Zo kwalijk ziet hij met de ogen die hem gelaten zijn, dat wanneer hij ziet wat goed is, zijn hart tot kwaad wordt opgewekt. Zo verraderlijk heeft deze vijand met het menselijk geslacht gehandeld. Toen hij hun meer kennis beloofde, beroofde hij hen van de kennis die zij hadden. Hij heeft hun ogen uitgestoken, zodat in hen geen licht blijft om te zien datgene wat goed is tot de zaligheid. Totdat de Heere hun het licht weer geeft.
David was een herboren mens. Hij had reeds verlichte ogen. Nochtans bidt hij in Psalm 119:18 om de opening van zijn ogen. De beginselen van het licht in zijn ziel deden hem naar meer verlangen. Want niemand kan werk maken van het gevoel, dan die het heeft. Het licht dat David had, deed hem zijn eigen blindheid zien. Toen hij zijn armoede gevoelde, zocht hij die door de Heere vervuld te krijgen.
Wilhelmus Couper, predikant te Perth (Schotland) (Al de werken, 1623)