De bedoeling van de richtlijn is mensen de kans te geven zelf te controleren of er ingrediënten inzitten waar ze allergisch voor zijn. Voorbeelden van dergelijk producten zijn koemelk, peulvruchten, pinda’s en schaaldieren. Ook toevoegingen aan voedsel kunnen echter allergische reacties opleveren, terwijl die nu niet op etiketten vermeld staan.

Uit een onderzoek dat in opdracht van Brussel is verricht, blijkt dat de meest voorkomende middelen die allergische reacties op kunnen roepen zoals melk, eieren, soja en tarwe in een groot aantal bereide voedingsmiddelen worden verwerkt.

Op dit moment zijn de etiketten van deze producten in de meeste gevallen onvolledig en vaak misleidend. Dit kan verschrikkelijke gevolgen hebben voor iemand die aan voedselallergie leidt. Bijna alle personen die aan een voedselanafylaxie zijn gestorven, hadden allergische reacties op het voedselallergeen dat hun dood veroorzaakte. Zij wisten echter niet dat dit allergeen aanwezig was in de voedingsmiddelen die zij aten.