Israël als boegbeeld van Arabisch verzet tegen regionale invloed Iran?
Afgelopen 9 mei was een bijzondere dag in Moskou omdat Rusland op die datum de overwinning op Nazi-Duitsland herdacht. De Israëlische Knesset nam die datum in juli 2017 over.
Het parlement nam destijds een wet aan die bepaalde dat ook Israël dit feit op diezelfde dag zou vieren. Een geste die indertijd hogelijk werd gewaardeerd door de Russische president Poetin.
De Israëlische premier Netanyahu en de Servische president Vucic waren de enige buitenlandse staatslieden die op 9 mei jongstleden naast Poetin zaten op het Rode Plein in Moskou. De Russische waardering voor hun Israëlische gast bleek bovendien uit een klein detail. Ze hadden een Russische veteraan naast premier Netanyahu geplaatst die deel had genomen aan de bevrijding van het concentratiekamp Auschwitz, dat symbool staat voor de Holocaust.
De sfeer was in Moskou gespannen omdat de Amerikaanse president Trump net een dag eerder had aangekondigd dat de Verenigde Staten uit het nucleaire akkoord met Iran zouden stappen. In het Midden-Oosten werd daarom verwacht dat de Iraniërs wraak zouden willen nemen. Een aanval op Israël leek het meest waarschijnlijke scenario. Dit gebeurde inderdaad in de vroege ochtenduren van de daaropvolgende tiende mei.
In de Arabische pers verdween onmiddellijk alle belangstelling voor het besluit van Trump. Het onderwerp van de Iraanse raketten die vanuit Syrië op Israël werden afgeschoten werd breed uitgemeten, maar vooral ook de vernietigende Israëlische reactie hierop. Op vrijwel alle Arabische televisiezenders was het gezicht van de Israëlische minister Avigdor Lieberman te zien, die verklaarde dat Israël 80 procent van de Iraanse infrastructuur in Syrië had uitgeschakeld.
Er was sprake van Arabische instemming, die werd verwoord door de Bahreinse minister van Buitenlandse Zaken. Deze verklaarde nadrukkelijk dat „alle landen in de regio en dus ook Israël” het recht hebben om zich te verdedigen tegen Iraanse agressie.
In het nieuwe Midden-Oosten, dat de afgelopen jaren vorm kreeg, nemen veel Arabische landen niet eens meer de moeite om te verhullen dat ze sympathiseren met Israël. Europa had in 2011 niet werkelijk begrepen wat de consequenties zouden zijn van de zogenaamde Arabische lente.
Eigen Europese geschiedenis werd geprojecteerd op de Arabische wereld. Het Midden-Oosten bevindt zich momenteel opnieuw in een cruciale fase en Europa loopt weer het risico de tijdgeest foutief te interpreteren. In Europa leeft het idee dat de Verenigde Staten zich in de Arabische wereld geïsoleerd hebben nadat Trump het nucleaire akkoord met Iran opblies. In werkelijkheid echter werd deze beslissing toegejuicht door de belangrijkste Arabische landen, die niet begrijpen waarom de EU dit nucleaire akkoord steeds verdedigt.
In deze contekst zijn ook de Russische reacties opmerkelijk. Naar verluidt zou premier Netanyahu in Moskou de Russische president Poetin verwittigd hebben over de op handen zijnde Israëlische vergeldingsactie tegen Iran in Syrië. Het Kremlin reageerde echter nauwelijks. Sterker nog: Rusland liet weten alsnog af te zien van de levering van het door Israël gevreesde S-300 luchtafweersysteem aan Syrië. Alles wijst erop dat het ook de Russische beer niet onwelgevallig is dat de Iraanse activiteiten in Syrië worden beteugeld.