’Academische ziekenhuizen willen geen IVF–draagmoeders’
In Nederland is het niet meer mogelijk via een reageerbuisbevruchting (IVF) een eigen kind te krijgen bij een draagmoeder. Academische ziekenhuizen willen daar niet aan meewerken. Dat stelde dr. S. Dermout die tot 1 juli coördinator was van het landelijk expertisecentrum voor het IVF–draagmoederschap. Maar volgens het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam klopt dit niet. „Wij doen het gewoon", aldus een woordvoerster.
In een brief aan het ministerie van Volksgezondheid, zorgverzekeraars, IVF–klinieken, de Raad voor de Kinderbescherming en patiëntenverenigigen schrijft Dermout dat haar pogingen om medewerking te krijgen van IVF–klinieken strandden op raden van bestuur of ethische commissies. Waarom die niet willen meewerken, is haar niet duidelijk gemaakt. Dat schrijft de gyneacologe die op dit onderwerp is gepromoveerd. Zij constateert dat de gyneacologen over het algemeen wel enthousiast zijn.
Het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam zegt echter dat daar wel degelijk een paar keer per jaar een IVF–behandeling bij draagmoeders worden gedaan en dat het ziekenhuis daar ook mee doorgaat. Daarvoor heeft het ziekenhuis het centrum van dr. Dermout niet nodig. „Voorzover wij weten doen ook andere academische ziekenhuizen het af en toe", aldus de woordvoerster van het AMC.
In 1997 besloot toenmalig minister Borst van Volksgezondheid deze relatief nieuwe methode onder strikte voorwaarden toe te staan. Ook toen stuitte Dermout echter op verzet bij ethische commissies en raden van bestuur. Uiteindelijk vond zij desondanks een aantal IVF–klinieken, Medisch Centrum De Heel in Zaandam en een ziekenhuis in Voorburg bereid mee te werken aan een wetenschappelijk onderzoek. Dermout kreeg daarvoor wel toestemming, maar geen financiële steun van het ministerie van Volksgezondheid.