Binnenland

D66, SP en CDA verliezen meeste wethouders

D66, CDA, SP en PvdA verliezen veel wethouders. GroenLinks, VVD, lokale partijen en linkse combinaties winnen er daarentegen veel bij. Dat blijkt uit een onderzoek van het Reformatorisch Dagblad onder 329 van de 335 gemeenten waarin in maart gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden.

Gijsbert Wolvers
12 May 2018 08:00Gewijzigd op 16 November 2020 13:16
De formatie in Dordrecht is gericht op een college met wethouders van Beter voor Dordt, VVD, CDA en CU/SGP.  Beoogd wethouder voor de CU/SGP is Rik van der Linden (m.) en voor het CDA is dat Peter Heijkoop. beeld Dirk Hol
De formatie in Dordrecht is gericht op een college met wethouders van Beter voor Dordt, VVD, CDA en CU/SGP. Beoogd wethouder voor de CU/SGP is Rik van der Linden (m.) en voor het CDA is dat Peter Heijkoop. beeld Dirk Hol

Van zes gemeenten was nog niets bekend. In de meeste van de 329 gemeenten tekenen zich echter de contouren zich af van de nieuwe coalities, of zijn de wethouders zelfs al beëdigd voor de komende termijn.

D66 verliest ruim een kwart van haar wethouders in de betrokken gemeenten, naar verwachting zo’n 37 van de huidige aantal van 134. Het verlies is niet verwonderlijk, want de democraten verloren tijdens de verkiezingen 3 van de 12 procent die zij vier jaar geleden bij de raadsverkiezingen haalde.

Het CDA is daarna de grote verliezer. Een tiende van haar wethouders moet op zoek naar een andere baan – of gaan genieten van het wachtgeld dan wel pensioen: 26 van de 278.

Bijna de helft

De SP houdt weinig van haar gemeentelijke bestuurders over: zeker achttien van de huidige veertig SP-posten in de getelde gemeenten waar verkiezingen zijn gehouden verwijnen. Dat is bijna de helft.

Bovendien verloor de partij, door het afdrachtenbeleid of het verbod van de landelijke partijleiding om mee te doen aan de verkiezingen, voor die tijd al de nodige lokale bestuurders en raadsleden. Soms deden die met een nieuwe linkse partij mee aan de verkiezingen, met name in het zuiden.

De PvdA verliest minder wethouders dan het grote stemmenverlies zou voorspellen: zo’n 20 van de 107. De sociaal-democraten verloren vier jaar geleden echter al een derde van hun wethouders.

Klein christelijk

De kleine christelijke partijen blijven per saldo bijna gelijk.

De ChristenUnie houdt vier wethouders meer over dan het aantal waarmee de partij de voorbije periode eindigde. Zo komt zij bijvoorbeeld in Hattem als grootste partij hoogstwaarschijnlijk in het college.

Daarentegen moet CU-wethouder Jan van Groos na twaalf jaar zijn bestuurderspost in Waalwijk opgeven. Ook CU-wethouder Pieter van der Zwan van het Friese Smallingerland verdwijnt uit het college.

Bij de SGP blijft winst en verlies naar verwachting in evenwicht. De overige (protestants-)christelijke partijen (PCG) verliezen drie van hun wethouders, zoals die in het Gelderse Buren.

De grootste winst is er voor de lokale partijen: zij krijgen er 50 wethouders bij, gevoegd bij een reeds bestaand aantal van 354.

Voor het eerst is er een onderscheid gemaakt in de wat meer midden/rechts-georiënteerde plaatselijke groepen en duidelijk linkse initiatieven. Beide groepen boeken winst: de rechtse 33, de linkse combinaties 17.

GroenLinks winnaar

GroenLinks is de grote winnaar onder de landelijke partijen: zij krijgt er 41 bij bovenop de huidige 49, bijna een verdubbeling. In veel plaatsen vervangt een vertegenwoordiger van GroenLinks een D66-wethouder.

De VVD krijgt er zo’n 26 wethouders bij, bovenop het huidige totaal van 178. Zowel GroenLinks als VVD hebben in maart er raadszetels bij gewonnen.

Iets rechtser

De verdeling tussen linkse en rechtse partijen is in de plaatselijke politiek lang niet zo scherp zoals vroeger of zoals in de landelijke politiek. Toch is een links-rechtsverdeling interessant voor politieke watchers.

De colleges zijn per saldo iets rechtser geworden als gevolg van de groei van de veelal gematigd-rechts lokale partijen (33). De winst bij de VVD (26) heft het verlies van het CDA (-26) op.

De ChristenUnie is lastig in te delen. In sommige steden heeft de partij een links profiel, in plattelandsgemeenten vaak een wat rechtser. SGP en PCG’s worden bij rechts gerekend.

Het aantal linkse wethouders slinkt met zeventien. Zo verliezen de PvdA en SP samen bijna evenveel (38) wethouders als GroenLinks erbij wint (40).

Daarnaast groeien de linkse combinaties met zeventien, maar verliest het gematigd-linkse D66 37 wethouders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer