Binnenland

Onderzoeker: Gemiste kans als hulpverlener niets doet met christelijke identiteit land

Christelijke hulporganisaties kunnen het geloof meer betrekken bij hun projecten. Dat stelt Wouter Rijneveld, die onder meer 41 programma’s van Red een Kind onderzocht.

Aaldert van Soest, ND
11 May 2018 20:15Gewijzigd op 16 November 2020 13:16
Een project van Red een Kind in Rwanda. beeld Red een Kind, Kjell Schipper en Anne Paul Roukema
Een project van Red een Kind in Rwanda. beeld Red een Kind, Kjell Schipper en Anne Paul Roukema

Wat gebeurt er als een hulporganisatie na een project van jaren vertrekt uit een dorp: stort het werk dan weer in of is de invloed duurzaam?

Die vraag is steeds meer centraal komen te staan in de ontwikkelingshulp. De christelijke organisatie Red een Kind liet die ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan onderzoeken. Rijneveld, van onderzoeksbureau Resultante, bekeek de effecten van 41 projecten in Afrika en Zuid-Azië, waarin 29 miljoen euro was geïnvesteerd.

Rijneveld baseerde zich op onafhankelijke en externe evaluaties en ging ook zelf op bezoek in dorpen waar Red een Kind projecten had gehad. „Ik doe dit soort evaluaties voor allerlei organisaties, zowel christelijke als niet-christelijke”, licht hij toe.

De resultaten die hij aantrof waren divers. „Op het gebied van sociale samenhang waren de resultaten over het algemeen heel goed”, vertelt hij.

In 70 procent van de projecten was de sociale versterking duidelijk aanwijsbaar. „De opgerichte groepen waren blijven bestaan en ontwikkelden op hun beurt soms weer nieuwe groepen.”

Als voorbeeld noemt Rijneveld een dorp dat hij bezocht in Rwanda. Daar was een zelfhulpgroep opgezet voor vrouwen. Zij leerden te sparen voor fruitbomen. „Eerst een dubbeltje per week, later een kwartje, en zo verder”, vertelt hij.

„Ik sprak mannen in die omgeving die eerlijk toegaven dat de vrouwen voorop hadden gelopen. Later waren zij erbij aangesloten en was het een gemengde groep geworden. Inmiddels hebben ze er weer 1,5 hectare bij gekregen en delen ze fruit uit in huishoudens in het dorp.”

Zelf verantwoordelijk

Een sleutel voor duurzame resultaten is om vanaf het begin de lokale bevolking zelf verantwoordelijk te maken voor alles, ook financieel. Rijneveld noemt dit de „langzame methode.” „Het kan verleidelijk zijn het financieel makkelijker te maken voor de bevolking”, legt hij uit. „Maar dan haal je meteen de motivatie weg om zelf meer geld te verdienen.”

Er zijn ook voorbeelden waar dat niet lukte. Zoals bij een naschoolse opvang die ergens was opgezet. „Die leidde tot aantoonbaar betere schoolresultaten, maar na een paar jaar moest de lokale bevolking het salaris daarvoor zelf overnemen. Niemand wilde dat. Als je geld van buitenaf investeert, moet je vanaf het begin erop aansturen dat de lokale gemeenschap dat overneemt. Anders ligt het eigenaarschap aan de verkeerde kant.”

Veel organisaties, en zeker ook christelijke, zijn die omslag aan het maken, weet Rijneveld. „Vaak is het werk ooit begonnen vanuit de gedachte dat we arme mensen moeten helpen. Natuurlijk helpt het even als je een schooltje bouwt of een koe cadeau geeft. Maar ik vind het onethisch als je charitatieve projecten begint die de eigen kracht van mensen niet naar een hoger niveau tillen. Als je dan uiteindelijk vertrekt, zijn ze slechter af dan daarvoor.”

Rijneveld is kritisch op de manier waarop Red een Kind invulling geeft aan de spirituele ontwikkeling van kinderen. Dit is wel een officieel doel, maar het christelijk geloof komt vaak niet expliciet aan de orde. Bij andere christelijke organisaties ziet hij hetzelfde. „Vaak is het geloof wel een motiverende factor om het werk te doen”, zegt hij. Maar daar blijft het dan bij.

In sommige contexten, zoals India, is dat begrijpelijk, vindt hij. „Maar in landen als Rwanda, Zambia en Kenia is de overgrote meerderheid van de bevolking christen. Het is een gemiste kans als je daar dan niets mee doet. Je kunt het aan de hand van het VN-handvest hebben over kinderrechten, maar je kunt als christelijke organisatie op een veel dieper niveau communiceren als je bijvoorbeeld de notie inbrengt dat een kind geliefd is door God.”

Bijbelstudies

In zijn onderzoek doet Rijneveld de aanbeveling Bijbelstudies te ontwikkelen over zaken als ouderschap. „Vaak hoor je de tegenwerping: we zijn niet missionair. Maar het kan ook zijn dat christelijke organisaties te voorzichtig zijn geworden. In sommige landen beginnen groepen uit zichzelf met bidden en Bijbellezen. Het is daar onderdeel van de cultuur. Ik kan aan elke subsidieverstrekker uitleggen dat je zo’n lokale gemeenschap versterkt als je dat ook een plek geeft in je hulpprogramma.”

„Huiver van Red een Kind rond geloof niet nodig”

Pntwikkelingsorganisatie Red een Kind grijpt haar 50-jarig jubileum aan om in de spiegel te kijken. De resultaten van het onderzoek zijn herkenbaar voor directeur Andries Schuttinga.

Zo heeft Rijneveld volgens hem zeker een punt als hij het heeft over de geringe functie van het christelijk geloof in de praktijk van de hulpverlening. „De mensen merken op allerlei manieren dat ze geholpen worden door christenen, maar we zijn terughoudend geweest met evangelisatie als doelstelling”, zegt hij.

Dat had ook te maken met het feit dat de organisatie subsidies krijgt van het ministerie van Buitenlandse Zaken. „Maar in sommige landen beginnen vrouwen een zelfhulpgroep altijd met gebed. In die situatie is onze huiver niet nodig. Met zijn aanbevelingen op dit punt gaan we zeker aan de slag.”

Schuttinga stelt verder dat Red een Kind al bijna tien jaar werkt met de ‘langzame methode’: mensen leren vanaf het begin zelf hun problemen op te lossen. „Voor een hulpverlener is dat een paradox. Je moet in zekere zin afleren hulp te geven. Stel dat een vrouw in een zelfhulpgroep niets heeft en je leert haar om elke dag iets te sparen. Vervolgens heeft ze een schriftje nodig om die bedragen te noteren. Dan ben je al snel geneigd dat voor haar aan te schaffen. Toch doen we dat niet. Mensen moeten vanaf dag één hun eigen problemen oplossen. Alleen zo doorbreek je de vicieuze cirkel van afhankelijkheid. Wij zijn redelijk dogmatisch in die leer. Onze buitenlandse partners vinden dat soms moeilijk. Het is diep menselijk dat je de ander wilt helpen. Maar uiteindelijk is het resultaat beter als je mensen in hun eigen kracht zet, blijkt ook uit dit onderzoek.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer