In Afrika soms meer blijdschap dan in rijke Westen
Ondanks de grote armoede in Afrika, ontmoet Martien Timmer daar veel blije mensen. „Het lijkt alsof men in Afrika meer geluk beleeft dan in het rijke Westen, waar veel gehaastheid en ontevredenheid is.”
Hij stelt dat in zijn boek ”Waar komt geluk vandaan? Een vergelijking van wetenschappelijke studies met de Bijbel” (uitg. Boekscout, Soest).
Martien Timmer is directeur van 3xM, een organisatie die christelijke televisieprogramma’s verzorgt in West-Afrika, Bangladesh, Pakistan en Centraal-Azië. Zijn boek kwam voort uit bespiegelingen over geluk tijdens zijn meer dan 250 reizen naar bijna 60 landen over de gehele wereld.
Omstandigheden die bijdragen aan geluk zijn onder meer welvaart, gezondheid, relaties, vrijheid om levenskeuzes te maken, vrijheid van corruptie en veiligheid. Welvaart en rijkdom alleen zijn niet genoeg. „Over de afgelopen dertig jaar zijn alle westerse landen een stuk rijker geworden. Toch zijn de inwoners nauwelijks gelukkiger”, aldus Timmer.
Mensen in het Westen hebben weliswaar hogere inkomens dan elders in de wereld, maar er zijn ook andere ontwikkelingen die het geluk juist negatief beïnvloeden, zoals werkloosheid, stijgende criminaliteit, eenzaamheid en meer echtscheidingen. Vooral dat laatste is funest voor het geluk, zo zet Timmer uitvoerig uiteen.
Nederland is er sinds de jaren zeventig gemiddeld nauwelijks gelukkiger geworden. Toch is ons land nog altijd één van de gelukkigste landen in de wereld. Timmer: „Nederland is niet zo rijk als de Verenigde Staten. Wij zijn echter gezonder dan Amerika, hebben minder armoede, meer vrije tijd, minder echtscheidingen en een sterkere sociale zekerheid.”
Vrijgevigheid is ook een belangrijke geluksfactor. Timmer: „Het geeft de mogelijkheid om iemands leven te redden en je in te zetten voor de ander. Opmerkelijk is dat van alle religies het christelijk geloof de hoogste bijdrage aan geluk geeft, waarbij het boeddhisme er het slechtste afkomt. Het boeddhisme is immers gericht op het afleggen van al het aardse, terwijl het christendom juist wil werken aan het verbeteren van de omstandigheden. Zelfs protestanten zijn gelukkiger dan rooms-katholieken omdat zij wonen in landen met een traditie van een goed functionerende rechtsstaat. Daarin komen zaken aan de orde als gerechtigheid, vrijheid en het recht willen doen aan de mens als het beeld van God.”
Geloof
Uit onderzoeken is gebleken dat gelovigen meestal gelukkiger zijn dan ongelovigen, hoewel dit verband niet universeel is. Timmer: „Dat heeft te maken met het feit dat bij geluk diverse uitwendige factoren meespelen, zoals voldoende inkomen, welvaart, vrijheid en relaties. Als er aan die factoren voldaan wordt, zijn niet-christenen vaak even gelukkig als christenen. Ieder mens heeft van God iets meegekregen waardoor hij van het leven en de schepping kan genieten.”
Het is Timmer te gemakkelijk gezegd dat het geluk alleen iets innerlijks is. „God heeft de omstandigheden geschapen waardoor mensen gelukkig kunnen worden. Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat de middelen in de wereld oneerlijk verdeeld zijn. Als je aan het einde van dag nauwelijks eten hebt, word je daar natuurlijk niet gelukkig van. Dan is het dus zaak om de middelen beter en rechtvaardiger te verdelen.”
Het is mijn constatering, zegt Timmer, dat christenen vaak niet kritisch genoeg zijn ten opzichte van de cultuur waarin zij hun leven leiden. „Zij zouden er meer aan kunnen doen die te beïnvloeden en waar mogelijk te veranderen.”