Sushi, maar dan makkelijker
Ooit heb ik het geprobeerd: bamboematje op tafel, norivel erop, een baan rijst met vis en rollen maar. Niet tot zo’n swirl, als een pannenkoek, maar een beetje goochelen met het matje zodat er een rol ontstaat, omhuld met nori. Best een gepruts.
Hoe het resultaat was weet ik amper meer. Ik rolde samen met mijn vriendin, tijdens een van onze logeerweekenden. We hadden meer aan ons hoofd dan sushi: we fietsten langs de geitenboerderij naar de zeehondjes (of was dat tijdens een ander weekend?), we dronken thee en aten chips, we zaten met een dekentje op de bank omdat het in het noorden altijd fris is. De kinderen renden rondjes in het ruime verdwaalhuis of sleepten met dekens en met Duplo.
De jaren erna taalde ik niet naar sushi. Toen ik onlangs weer sushi at, was dat anders. Wow. Licht, zoutig, puur. Maar sushi is duur en opnieuw gaan rollen zag ik niet zitten. Dus werd het een sushisalade. Hipper gezegd: een poké bowl, maar dan op een bordje.
Zie de ingrediënten niet als keurslijf. Een bordje vol rijst, lichte groenten en vis, op smaak gebracht met Japanse rijstazijn, sojasaus en pittige groene wasabipasta, smaakt al snel fantastisch. Desnoods vervang je de rijstwijn door wittewijnazijn (let op dat die niet te zuur is!) en de mirin door sherry met suiker (of je laat de mirin weg). Zeekraal is ook geen must, als je reepjes nori toevoegt. Omgekeerd kun je de nori weglaten als je wél zeekraal gebruikt (of neem wakame, zeewiersalade).
Wasabi en gember zijn zo lekker, die zou ik erin houden (al is gember bij sushi eigenlijk bedoeld om de smaak tussendoor te neutraliseren). De vis hoort rauw, maar gerookte zalm mag ook best. Een lichtzoete, Japans getinte omelet in plaats van vis is ook heerlijk.
Ik maakte twee eenpersoonsborden vol. Maar daar waren de kinderen het niet mee eens. „Ik dacht dat het hapjes waren en dat we er allemaal van konden pakken”, zei de een. Natuurlijk mocht dat. Ik zag het al voor me: nog even en onze kieskeurige kinderen zitten aan de sushi.
Sushisalade
Ingrediënten - 250 g sushirijst (pandanrijst kan evt. ook)
- voor door de rijst: 30 ml rijstazijn, 1 flinke tl suiker, halve tl zout, evt. 1 el mirin (zoete rijstwijn)
1 komkommer
1 avocado
75 g veldsla
100 g zeekraal
2 lente-uitjes
wat in reepjes geknipte nori (gedroogde zeewiervellen)
100 g gerookte zalm (of superverse rauwe)
voor de omelet: 4 eieren, 2 tl suiker, 2 tl donkere Japanse sojasaus (bv. Kikkoman of anders lichte Chinese sojasaus), snufje zout, evt. 2 tl mirin
voor erbij: extra sojasaus, wasabipasta (of een mengsel van sojasaus met wasabi naar smaak), ingelegde gember, zwart sesamzaad
sesammayonaise: mayonaise met paar druppels sesamolie en sesamzaadjes
Bereiding
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op het pak. Laat afkoelen. Meng intussen de rijstazijn, suiker, zout en mirin (optioneel) door elkaar. Wacht tot zout en suiker zijn opgelost (verwarm het mengsel eventueel kort). Meng de vloeistof door de koude rijst.
Klop alle ingrediënten voor de omelet door elkaar. Bak hier 2 of 3 dunne omeletten van, afhankelijk van de grootte van de pan. Laat afkoelen, rol op en snijd in stukjes.
Kook de zeekraal twee minuten. Laat afkoelen. Maak de avocado en komkommer schoon, snijd in lange repen. Snijd de lente-uitjes in ringetjes. Schik de rijst, alle groenten, zalm, omelet en reepjes nori op twee grote borden. Bestrooi met sesamzaadjes. Serveer met sojasaus, wasabi, gember en sesammayonaise.