Binnenland

Proefdierencentrum is de gebeten hond

Activisten van het illegale Dierenbevrijdingsfront (DBF) maken hem en zijn medewerkers het leven zuur. Directeur R. Bontrop van het proefdierencentrum in Rijswijk wordt voortdurend geplaagd door vernielingen aan zijn huis of auto. Diverse keren is hij zelfs met de dood bedreigd. „Na de moord op Fortuyn was er onder dierenactivisten een periode van bezinning. Die tijd lijkt intussen voorbij. Het wachten is op het volgende zware incident.”

2 July 2004 08:35Gewijzigd op 14 November 2020 01:22

Anonieme dierenactivisten onder de noemer van Actiecampagne Koen willen niets liever dan sluiting van het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) in het Zuid-Hollandse Rijswijk. Daar worden zo’n 1500 apen gehouden ten behoeve van onderzoek naar onder meer aids, malaria, tuberculose, hepatitis, kanker, reuma en multiple sclerose. Dat het BPRC zelf al werkt aan alternatieven voor dierproeven is voor de activisten kennelijk geen reden hun acties te staken. Het moet afgelopen zijn met het leed dat de proefdieren moeten doormaken, vinden de ze. De overheid moet volgens de activisten de jaarlijkse subsidie aan het proefdierencentrum stopzetten.

Het steekt directeur Bontrop van het BPRC vooral dat hij en zijn medewerkers zelfs in privé-situaties bedreigd en lastiggevallen worden. „Mijn huis in Voorschoten is vorige week nog met verfbommen bestookt. Ook mijn auto en die van mijn buurman moesten het ontgelden. In het verleden zijn deuren van mijn huis ingetrapt en ben ik diverse keren met de dood bedreigd. Na de moord op Fortuyn kreeg ik een foto opgestuurd waarop mijn hoofd met een schietschijf stond afgebeeld. Onomwonden werd gezegd dat mij ooit hetzelfde lot als Fortuyn zal treffen.”

”BPRC-tuig”

Op internet doen de activisten uitgebreid verslag van hun nachtelijke bezoeken aan wat zij noemen ”BPRC-tuig”. Foto’s en privé-adressen van BPRC-medewerkers staan op internet vermeld. Daarbij staan verschillende oproepen om „die dierenbeulen” geen rust te gunnen. Immunoloog van het proefdierencentrum Margreet Jonker zei vorig jaar in Elsevier dat haar gezin voortdurend wordt geterroriseerd. Haar buren werd verteld dat ze een apenmoordenaar is, haar huis werd beklad en de dierenactivisten deinsden er zelfs niet voor terug om haar kinderen te bedreigen.

De acties tegen zijn personeel noopten directeur Bontrop tot het opstellen van spelregels. Hij wil daar niets over kwijt. „Alles wat in de krant komt, kan door die linkse rakkers worden gebruikt om weer ongezonde dingen tegen mij en mijn personeel te ondernemen.”

Bontrop kan geen enkel begrip opbrengen voor de acties van het Dierenbevrijdingsfront. „In het begin van hun campagnes streden ze vooral voor meer ruimte voor de proefdieren in ons centrum. De hokken werden te klein bevonden. Daar kon ik nog in meekomen. Maar intussen hebben we nieuwe dierenverblijven. Alle misstanden zijn intussen grotendeels opgeheven. Toch blijven de activisten doorgaan met hun acties. Ze willen hoe dan ook sluiting van het proefdierencentrum. Maar zolang er geen alternatieven zijn voor dierproeven, kunnen we in het belang van de volksgezondheid niet anders doen dan doorgaan.”

De BPRC-directeur vervolgt: „Wij doen hier goed en belangrijk werk. Iedere minuut overlijden er op deze wereld drie kinderen aan een ziekte als aids. Wij ontwikkelen medicijnen en vaccins tegen levensbedreigende ziektes. De wet schrijft ons voor dat dierproeven alleen zijn toegestaan als er geen enkele andere mogelijkheid is om vaccins of medicijnen te testen. Eerst is door de politiek vastgesteld dat dit soort dierproeven -helaas- noodzakelijk is. Daarna is bepaald hoe het werkprogramma van het BPRC eruit zou moeten zien. Aan de hand daarvan is de financiering vastgesteld. Alles is in de Tweede Kamer uitgebreid besproken en daarop heeft besluitvorming plaatsgehad. Deze anonieme activisten trekken zich niets aan van het democratisch besluitvormingsproces.”

De dierenactivisten schilderen de zaken bewust verkeerd af, aldus Bontrop. „Om begrip te kweken voor hun acties laten ze op hun websites foto’s van het proefdierencentrum zien waaruit volgens hen zou blijken hoe slecht de apen het bij ons hebben. Maar al hun foto’s, als ze al uit ons centrum komen, zijn erg gedateerd. Ze moeten bij bezoekers een gevoel oproepen dat zorg draagt voor een constante geldstroom naar de dierenactivisten. Deze gasten zijn in mijn ogen onderdeel van een criminele organisatie.”

ABN AMRO

De woede van actievoerders van Actiecampagne Koen richt zich niet alleen tegen Bontrop en zijn medewerkers. Ook bedrijven die op enigerlei wijze in contact staan met het BPRC moeten het ontgelden. Bekend zijn intussen de acties tegen filialen van ABN AMRO. Het BPRC is klant bij deze bank. Met de regelmaat van de klok maken de dierenactivisten pinautomaten van ABN AMRO-filialen onklaar en besmeuren ze muren van de gebouwen met leuzen die oproepen tot sluiting van het BPRC. De afgelopen maand waren vestigingen van ABN AMRO in Arnhem, Hengelo, Amsterdam, Haarlem, Amersfoort en Nijmegen aan de beurt.

„Kennelijk kunnen activisten harde acties ondernemen en vernielingen aanrichten zonder bekend te maken wie ze zijn, terwijl ik wel steeds verantwoording van mijn werk moet afleggen”, aldus Bontrop. Een verzoek aan Actiecampagne Koen om duidelijkheid te geven over zijn acties bleef tot op heden onbeantwoord.

Dierenbevrijdingsfront

Anonimiteit is misschien wel de kracht van het Dierenbevrijdingsfront. Sinds de jaren tachtig hebben de radicale dierenactivisten voor honderden miljoenen euro’s schade aangericht. Binnen de beweging zijn verschillende cellen actief. Onderzoeker Peter Siebelt gaat in zijn boek ”Eco Nostra” in op het internationale netwerk van het Animal Liberation Front (ALF). Dit Dierenbevrijdingsfront is in Engeland ontstaan. Rond 1960 beginnen enkele activisten de traditionele Engelse jachtpartijen te saboteren.

In 1972 staan binnen dat groepje enkele personen op die van mening zijn dat de acties harder moeten worden. Auto’s en jachtwapens van de jagers worden vernield. Ook steken de activisten Engelse proefdierlaboratoria in brand. In 1975 krijgen twee leden een celstraf. De dierenactivisten krijgen door dit incident steun vanuit allerlei maatschappelijke en studentenorganisaties. De Brit Ronnie Lee, een onderwereldfiguur met een twijfelachtige reputatie, richt het Dierenbevrijdingsfront op. Zijn directe medewerkers hebben eveneens een gewelddadige achtergrond.

In 1979 begint het Dierenbevrijdingsfront ook actief te worden binnen Nederland. Gemaskerde mannen dringen met Kerst het gebouwencomplex van het Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek binnen. De indringers halen twaalf proefdieren weg. De acties volgens elkaar snel op en krijgen een steeds grimmiger karakter. De dierenactivisten schuwen brandstichting, bomaanslagen en vernielingen niet. Mensen -vooral personeel van proefdierencentra- worden bedreigd.

Het Dierenbevrijdingsfront kan op steun rekenen van zijn eigen Supportersgroep. Deze solidariteitsgroep zegt zelf 10.000 leden te hebben. De Supportersgroep ondersteunt het Dierenbevrijdingsfront met „alle wettelijke middelen”, zoals hij het zelf noemt. De ondersteunende club draagt zorg voor het verbreiden van de ideologieën van de dierenbevrijders en voor een constante aanvoer van financiële middelen. Peter Siebelt noemt het „een soort humanitair fonds voor terroristen.”

De groep die de daadwerkelijke acties pleegt is tussen de 20 en 200 man groot en gebruikt steeds wisselende namen: Dierenbevrijdingsfront, Actiecampagne Koen, Free Monkey, Burger Initiatief en Rood Revolutionaire Actie.

Brits voorbeeld

Acties tegen het BPRC-lab worden naar Brits voorbeeld gevoerd. De dierenbeweging in Groot-Brittannië is bikkelhard en heeft grote successen geboekt. In het Verenigd Koninkrijk hebben al diverse dierenfokcentra hun deuren moeten sluiten. Geregeld komen Britse actievoerders naar Nederland om hun Hollandse dierenvrienden instructies te geven. Eind vorig jaar werd bekend dat een Engelse groep dierenactivisten het vizier richtte op Almere. Twee bedrijven uit die plaats staan op de zwarte lijst, omdat ze zakendoen met een bedrijf in Engeland dat zich volgens de internationale actiegroep SHAC bezighoudt met dierproeven. In Engeland is de SHAC aan banden gelegd. De groep staat bekend om zijn bijzonder agressieve methodes, zoals aanvallen op het personeel van bedrijven, het bezetten van kantoren en het in brand steken van motorvoertuigen.

Er zijn opvallende overeenkomsten tussen acties van dierenactivisten in Groot-Brittannië en die in Nederland. In Engeland wordt, evenals dat bij het proefdierencentrum in Rijswijk gebeurt, druk uitgeoefend op bedrijven die banden onderhouden met proefdierencentra. Zo sneuvelden in de hele wereld ruiten bij directeuren van Deloitte & Touche, de accountant van een Engels laboratorium. De afgelopen maand voerden Britse dierenactivisten ter ondersteuning van de campagne tegen het BPRC in Rijswijk actie in Londen.

Gewelddadig

Dat de dierenbevrijders internationaal steeds meer gaan samenwerken, werkt nog gewelddadiger activiteiten van dierenactivisten in Nederland in de hand. Waakzaamheid van politie en justitie is geboden en de veiligheidsdienst AIVD zal ook niet op zijn lauweren kunnen rusten. De suggestie van BPRC-directeur Bontrop dat het in Nederland na de moord op Fortuyn wachten is op het volgende gewelddadige incident, zou met het overwaaien van de Engelse invloeden wel eens angstig dicht in de buurt van de waarheid kunnen komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer