Zaak over doodslag in zorginstelling eindigt
Een 47-jarige Eindhovenaar zal niet meer worden vervolgd voor de dood van een medebewoonster van een zorginstelling vorig jaar. De man die lijdt aan de ziekte van Huntington is niet in staat om zijn strafzaak te volgen, oordeelde de rechtbank in Den Bosch woensdag.
Peter D. gooide vorig jaar kokendheet water over de 44-jarige vrouw. De verzwakte patiënte overleed een dag later aan de brandwonden.
De verdachte zit sindsdien vast op de psychiatrische afdeling van de gevangenis. Hij zegt dat hij zich niks kan herinneren van zijn rol bij de dood van de vrouw.
Volgens de officier van justitie was de man zich tot voor kort bewust van de gebeurtenissen maar woensdag tijdens de strafzaak concludeerde ze dat zijn toestand ernstig is verslechterd. Ze vroeg om schorsing van de vervolging en de rechtbank was het daar mee eens. „We maken ons zorgen over zijn toestand”, aldus de rechter.
De kans dat de strafzaak tegen de man nog verdergaat is minimaal. De ziekte van Huntington is een progressieve ziekte en kans op herstel is er niet. Door de beslissing blijft de Eindhovenaar in voorarrest en zal er een geschikte plek gevonden moeten worden voor zijn verzorging.
De man woonde in de Eindhovense zorginstelling Landrijt. Hij zat daar vrijwillig nadat hij ontoerekeningsvatbaar was verklaard in een strafzaak tegen hem voor een poging doodslag op zijn echtgenote in 2014.
De beslissing van de rechtbank om de strafzaak op te schorten is een klap in het gezicht van de nabestaanden. Het gevolg is dat zij geen gebruik kunnen maken van hun spreekrecht. Ook hun verzoek om schadevergoeding zal niet worden behandeld.