Koning moest de kroon vinden die hem paste
Een burgerkoning, zo typeert historicus Han van Bree Willem-Alexander in zijn nieuwste boek. Een koning tussen zijn ‘onderdanen’. Iemand die even gemakkelijk praat met genodigden op Paleis Noordeinde als met marktkooplui in de Haagse Schilderswijk.
Vijf jaar zit Willem-Alexander maandag op de troon. Van Bree maakt in ”Willem-Alexander vijf jaar koning” de balans op. Hoe heeft hij tot nu toe invulling gegeven aan het koningschap? Welke verschillen zijn er met zijn moeder? En voldoet hij aan de verwachtingen?
Vragen die de schrijver beantwoordt aan de hand van drie uitgangspunten die volgens Willem-Alexander zelf de essentie van het koningschap vormen: vertegenwoordigen, samenbinden en aanmoedigen. Naast deze drie kernhoofdstukken besteedt het boek aandacht aan het afscheid van koningin Beatrix, de inhuldiging, de rol van koningin Máxima en het privéleven van de koning.
Erfenis
Vijf jaar geleden lag de lat voor de opvolger van koningin Beatrix erg hoog, door alle lofuitingen aan haar adres. Willem-Alexander was volgens velen weliswaar gemakkelijker in de omgang dan zijn moeder, maar men vreesde ook voor minder intellectuele diepgang. De erfenis van Beatrix bood ook kansen: de koningin zou liever tussen de elite in het theater zitten dan achterstandswijken bezoeken. Haar zoon moest het contact met de gewone man herstellen.
Als mannelijke vorst had hij het nadeel zich nauwelijks te kunnen onderscheiden door kapsel, kleding en hoofddeksel. Bovendien zitten monarchen volgens Van Bree meer dan vroeger in de spagaat van gewoon moeten doen en volgens de wet ongewoon zijn.
Aanmoedigen en verbinden
In het eerste hoofdstuk staat Van Bree stil bij de manier waarop Willem-Alexander Nederland vertegenwoordigt in binnen- en buitenland. Toespraken, troonredes, prijsuitreikingen, openingen, staatsbezoeken en beëdigingen – het komt allemaal langs.
Onder zijn rol als samenbinder vallen Koningsdagen, kersttoespraken, momenten van meeleven en werk- en streekbezoeken. Willem-Alexander laat daarbij zien een koning van alle Nederlanders te zijn. Als eerste regerende staatshoofd bezocht hij homobelangenorganisatie COC bij haar zeventigste verjaardag. Evengoed woonde hij de jubileumviering van de Protestantse Kerk in Nederland en de nationale herdenking 500 jaar Reformatie bij. „Het gemor in kerkelijke kringen dat de koning te weinig oog had voor religie, verstomde hierna weer enigszins”, stelt de auteur.
Het aanmoedigen ziet Van Bree nogal beperkt: hij richt zich in het hoofdstuk alleen op sport. Aanmoedigen doet Willem-Alexander echter niet alleen in stadions, met een fietsritje en bij de Koningsspelen. Zoals hij zelf zei in zijn inhuldigingsrede: „Als koning wil ik mensen aanmoedigen om actief gebruik te maken van de mogelijkheden die ze hebben.” Neem de nieuwjaarsrecepties, waar hij bijvoorbeeld leraren een hart onder de riem steekt. Of het Oranje Fonds, waarmee de koning sociale cohesie aanmoedigt, en de kersttoespraak, waarin hij onderlinge ontmoeting stimuleert. Al overlapt dat laatste natuurlijk het hoofdstuk over verbinden.
Huiselijk
Vanzelf komen de veranderingen ten opzichte van voorganger Beatrix langs. Van Bree duidt ze liever aan met accentsverschillen. Zij had bij staatsbezoeken vooral aandacht voor cultuur en het verleden; hij lijkt zich meer te richten op projecten rond innovatie, duurzaamheid en technologie en dus op de toekomst. Al blijven die verschillen minimaal.
Zij sprak het volk op eerste kerstdag toe vanachter een bureau – een zakelijke uitstraling dus. Hij kiest voor een huiselijke setting: bij de open haard, met gezinsfoto’s op de achtergrond, en spreekt in meer toegankelijke taal. Toch zijn ook hier de verschillen niet rigoureus, stelt Van Bree. Nog altijd start de kersttoespraak met stemmige muziek en sfeerbeelden uit de tuin, en ontbreken Máxima en de kinderen.
Inschattingsfoutje
Eén smetje kleeft er aan de eerste vijf jaar, noteert de auteur: het biertje met Poetin tijdens de Olympische Spelen van 2014. Het koningspaar kon niet anders dan de Russische president beleefd ontvangen toen hij onverwacht verscheen op de locatie waar Nederlanders hun medaillewinst vierden. Een foto van het toastende trio ging de wereld rond.
Premier Rutte, politiek verantwoordelijk, had volgens de auteur gehoor moeten geven aan de oproep tot een boycot van de spelen in Sotsji. Net zoals tal van andere staatshoofden en regeringsleiders. Ook de koning had thuis kunnen blijven, stelt Van Bree, die Sotsji zijn „enige inschattingsfoutje” noemt. Hij heeft een punt.
Menselijk
Het bijna 200 pagina’s tellende boek leest goed weg en geeft een compleet beeld van de eerste vijf jaar: alle staatsbezoeken, Prinsjesdagen en Koningsdagen zijn erin terug te vinden. Het is een herinneringsalbum boordevol prachtige platen van fotograaf Patrick van Katwijk. Nieuwe informatie bevat het niet zozeer, maar doordat de lezer alles op een rijtje ziet, krijgt hij een goed beeld van wat voor een koning Willem-Alexander is.
Interessant is vooral de epiloog, waarin de auteur de balans opmaakt. De koning heeft zijn eerste vijf jaar „vrijwel foutloos” doorstaan. Hij begon wat krampachtig, tastte af, zocht de kroon die hem paste. Anno 2018 is hij gegroeid in zijn rol en oogt hij steeds meer ontspannen. Goed voorbereid gaat hij op pad, iets wat door sommigen „enigszins wordt onderschat.” Máxima overvleugelt haar man niet, zoals vooraf werd gevreesd. En dat Willem-Alexander wat houterig kan overkomen, doet er voor de meeste Nederlanders niet toe. „Het maakt hem alleen maar menselijker.” Maar, waarschuwt de auteur: de koning moet niet té menselijk worden. Dat tast de mythe van de monarchie aan.
Boekgegevens
Willem-Alexander vijf jaar koning, Han van Bree en Patrick van Katwijk; uitg. Unieboek | Het Spectrum, Houten, 2018; ISBN 978 90 0035 178 7; 208 blz.; € 20,-.