Alan Greenspan, de „monetaire magiër”
Hij wordt na president George Bush de machtigste man genoemd in Washington. Eigenhandig zou hij de Amerikaanse economie de afgelopen zeventien jaar door crises hebben gestuurd; hij behoedde daarmee ook de rest van de wereld voor rampen. Alan Greenspan, voorzitter van het Amerikaanse centrale banksysteem Federal Reserve (Fed), is volgens zijn bewonderaars „een monetaire magiër.”
Greenspan werd onlangs door president Bush voor een nieuwe termijn benoemd tot Fed-voorzitter, maar hij zal die vier jaar niet uitzitten. Hij begon op 1 februari 1992 aan een reguliere periode van maximaal veertien jaar als gouverneur bij de Fed. Greenspan werd weliswaar al in 1987 benoemd tot voorzitter, maar dat was om een opengevallen plaats in te vullen. Na deze ’tijdelijke’ benoeming volgde een reguliere, in 1992. Dat betekent dat hij uiterlijk op 31 januari 2006 moet opstappen, ook al heeft hij er dan zijn nieuwe volledige periode van vier jaar als Fed-voorzitter nog niet opzitten.
Greenspan is een New Yorker. Hij werd er geboren op 6 maart 1926, ging daar naar school en studeerde aan de New York University economie. Na die tijd werd hij partner in het adviesbureau Townsend-Greenspan & Co. Dit bureau werd in 1987 opgedoekt, toen de Republikeinse president Ronald Reagan Greenspan benoemde tot voorzitter van de Federal Reserve. Hij had toen al ervaring in Washington opgedaan als voorzitter van het college van economische adviseurs voor president Ford (1974-1977) en als voorzitter van een commissie die Amerika’s AOW-systeem (social security) onderzocht (1981-1983).
Greenspan trouwde zeven jaar geleden op 71-jarige leeftijd met verslaggeefster Andrea Mitchell van NBC-News. Na de ontbinding van zijn eerste huwelijk was Alan Greenspan 44 jaar vrijgezel gebleven, tot hij op 61-jarige leeftijd Mitchell ontmoette. „Mitchell wilde Greenspan interviewen voor NBC, maar algauw bleek het paar in Washington onafscheidelijk. Na tien jaar gaven zij elkaar het jawoord”, aldus financieel journalist Mark Gongloff van CNN. De huwelijksceremonie was typerend voor Greenspan: eenvoudig, zonder fanfare en met een paar gasten.
Greenspan had toen al als Fed-voorzitter gediend onder de Republikeinse presidenten Ronald Reagan en diens opvolger Bush sr. De laatste verweet Greenspan dat hij te laat had ingegrepen in de economie, waardoor Bush sr. in 1992 verloor van de Democraat Bill Clinton.
Washington was benieuwd naar de samenwerking tussen de Republikein Greenspan en zijn nieuwe democratische broodheer Clinton. Die samenwerking liep echter wonderwel en Greenspan wist Clinton ervan te overtuigen dat de regering iets moest doen aan het financieringstekort dat op korte of lange termijn negatieve gevolgen zou hebben voor de economie. Clinton luisterde, vooral op aandringen van zijn minister van Financiën, Lloyd Bentsen. Greenspan was bevriend met Bentsen en ontwikkelde later ook een hechte samenwerking met diens opvolger, Robert Rubin. Dat verschafte hem een open oor in het Witte Huis.
In nauw overleg met Rubin en indirect met Clinton besloot de Fed onder leiding van Greenspan in de jaren negentig tot een reeks van renteverhogingen om oververhitting van de economie te voorkomen. Het leverde Clinton een solide economische basis op voor een tweede verkiezingsoverwinning in 1996. Tweemaal werd het Fed-voorzitterschap van Greenspan door Clinton verlengd, zodat Bush jr. bij zijn aantreden in 2001 de Fed-voorzitter aantrof die ook zijn vader al had gediend. Greenspan maakte het de jonge Bush niet moeilijk. Hij ging akkoord met diens voorstellen voor belastingverlaging, ook al veranderde het financieringsoverschot van Clinton onder Bush al snel in een nieuw financieringstekort.
„Dat is het vreemde van Greenspan. Hij hamerde bij Clinton op een begrotingsdiscipline, die hij nu bij Bush weer helemaal vergeten lijkt te zijn. Deze president doet precies wat Greenspan Clinton ontraadde, namelijk meer uitgeven dan er binnenkomt. Z’n baan is uiteindelijk dus belangrijker voor Greenspan dan ’s lands financiën. Dat maakt hem wel menselijk, maar ontneemt hem tegelijkertijd het imago van onfeilbare monetaire magiër dat zijn bewonderaars hem toedichten”, aldus de kritiek van Paul Kasriel, chefeconoom van de bank Northern Trust in Chicago.