„Natuurbescherming Nederland schiet tekort”
Nederland laat volgens diverse grote natuurorganisaties steken vallen op het gebied van natuurbescherming. Zowel dieren als de onderwaternatuur worden nog onvoldoende beschermd, stellen het Wereld Natuur Fonds (WNF), de Vogelbescherming en Natuurmonumenten. „Meest in het oog springend is dat de bescherming van de Noordzee nog altijd zwaar tekortschiet”, stellen de organisaties.
Als voorbeeld noemt het WNF de Doggersbank, de grootste zandbank van de Noordzee, die een Nederlands, Duits en Brits gedeelte heeft. In een deel van het Duitse gebied moeten vissers de bodem ongemoeid laten, maar in het Nederlandse deel ontbreekt volgens de organisaties nog adequate bescherming. Het gebied geldt als kraamkamer voor diverse vissoorten.
Het WNF heeft samen met de andere organisaties de natuurbescherming van achttien EU-lidstaten beoordeeld. Nederland heeft Europese richtlijnen wel goed in landelijke wetgeving vastgelegd, vinden de organisaties. „Op papier is het goed geregeld, maar met daadwerkelijk beschermen zijn we traag”, aldus een woordvoerster van het WNF.
Net als in driekwart van de lidstaten sluiten beschermde natuurgebieden in Nederland nog onvoldoende op elkaar aan. Een ander verbeterpunt is de bescherming van weidevogels. Concrete plannen ontbreken hier, oordelen de onderzoekers.
De analyse is geen ranglijst, maar Kroatië krijgt een eervolle vermelding omdat natuurgebieden daar wel goed op elkaar zijn aangesloten, zodat diersoorten van het ene naar het andere gebied kunnen trekken. Daar kunnen de meeste lidstaten iets van leren, vinden de organisaties.