Fors meer apen gebruikt voor proeven
In het apencentrum in Rijswijk, het Biomedical Primate Research Center (BPRC), zijn vorig jaar 317 apen gebruikt voor dierproeven. Daarvan hebben 137 dieren de experimenten niet overleefd. Dat heeft Ronald Bontrop, directeur van de organisatie, bevestigd naar aanleiding van berichtgeving in het AD.
Het gaat om een forse stijging ten opzichte van 2016. Toen werden er ‘slechts’ 95 apen ingezet voor medische experimenten. Volgens Bontrop hangt de stijging samen met de afronding en registratie van een aantal langlopende dierproeven. Hij voorziet dat er dit jaar „rond de tweehonderd” apen worden gebruikt voor proeven.
Vorig jaar werden de meeste apen volgens Bontrop gebruikt voor het testen van medicijnen tegen tuberculose en aids.
De stijging van vorig jaar druist in tegen politieke beloftes dat er juist minder dierproeven zouden worden gedaan. Animal Rights wees er eerder al op dat er „gruwelijke experimenten” plaatsvinden in het apencentrum in Rijswijk. Zo worden resusapen en penseelapen blind en verlamd gemaakt voor onderzoek naar multiple sclerose. Na een lange lijdensweg krijgen de apen volgens de dierenwelzijnsorganisatie een dodelijke injectie.
BPRC is, met zo’n 1500 apen, het grootste apentestcentrum van Europa.