Organisaties: Een op drie patiënten klaagt na medicijnwissel
Patiënten die moeten overstappen op een ander merk medicijn, als gevolg van het inkoopbeleid van zorgverzekeraars, kampen vaak met onnodige gezondheidsklachten.
Dat concluderen veertien patiëntenorganisaties in een gezamenlijk onderzoek onder bijna 2000 patiënten. Zo voelde 34 procent zieker of ongezonder na omzetting naar een ander merk van hun vertrouwde medicijn. Bijna een kwart geeft aan een extra medisch onderzoek te hebben laten doen als gevolg van de bijwerkingen.
Ongeveer een miljoen mensen met een chronische aandoening worden jaarlijks op een ander merk medicijn omgezet. Volgens de onderzoekers moet zo’n 60 procent van hen een of meer keer per jaar wisselen. Bij bijna 40 procent is dit zelfs drie keer of vaker.
Het wisselen van verschillende merken medicatie komt volgens de patiëntenorganisaties door het inkoopbeleid dat zorgverzekeraars en apothekers al jarenlang voeren. Door het zogeheten preferentiebeleid vergoeden zorgverzekeraars niet meer het duurdere merkmedicijn, maar vaak een merkloze variant van hetzelfde medicijn. Dat is een medicijn met dezelfde werkzame stof, alleen is dat middel goedkoper.
„Al jaren ondervinden patiënten ellende van het wisselen van medicijnen door voorkeursbeleid en inkoopbeleid van zorgverzekeraars en apothekers. Daarnaast zien we dat patiënten soms onzeker worden en hun medicijnen verkeerd gaan gebruiken”, zegt directeur Rutgers van het Longfonds.
Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) stelt evenwel in een reactie dat het preferentiebeleid lang niet de enige reden is waarom mensen soms van geneesmiddel wisselen. Dat kan ook met bijvoorbeeld leveringsproblemen of een overstap naar een andere verzekeraar te maken hebben.
Wisselen hoeft volgens Bruins ook helemaal geen probleem te zijn. „Generieke medicijnen zijn net zo goed en veilig als merkmedicijnen”, aldus de bewindsman. Het gebruik van generieke alternatieven levert bovendien miljardenbesparingen op.