Rechtbank oordeelt over ‘Noffel’ én Ennetcom
De rechtbank in Amsterdam beslist donderdag of Naoufal ‘Noffel’ F. (38) de cel in moet, onder meer omdat hij in november 2015 in Diemen een moordcommando op Peter ‘Pjotr’ R. afstuurde. Tegelijkertijd wordt voor de eerste keer geoordeeld over het gebruik van de zogenoemde Ennetcom-data als bewijsmiddel.
Justitie heeft twintig jaar cel geëist tegen F., die ontkent. De schutters kregen eerder al tot twintig jaar cel opgelegd voor de moordaanslag, die R. ternauwernood overleefde.
Voor advocate Inez Weski is het duidelijk: in de zaak tegen F. moet het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk worden verklaard vanwege de „ondoorzichtige en oncontroleerbare” manier waarop uit de Ennetcom-data belastend materiaal tegen haar cliënt is verzameld. De e-mails en berichten, in 2016 in Canada aangetroffen op servers van Ennetcom, werden in beslag genomen in een witwasonderzoek naar het telecombedrijf zelf. Justitie wil ze daarnaast in tientallen andere onderzoeken gebruiken, onder meer naar liquidaties.
Volgens Weski is in het onderzoek naar F. de Canadese rechter om de tuin geleid en een reeks wetten en grondrechten geschonden. Zo zouden tussen de circa 3,6 miljoen ontsleutelde berichten e-mails van advocaten en andere zogenoemde ‘geheimhouders’ hebben gezeten, die in strijd met de wet niet zijn vernietigd.
Weski ageert al maanden vergeefs tegen het gebruik van de Ennetcom-data. In augustus 2017 vroeg zij de rechtbank het OM niet-ontvankelijk te verklaren, omdat justitie „wetten had genegeerd”. Bij de inhoudelijke behandeling wraakte zij - vergeefs - de rechtbank wegens „vooringenomenheid”, toen die weigerde de strafzaak tegen ‘Noffel’ aan te houden.
Het OM zegt volgens het boekje te hebben gehandeld. In het onderzoek naar Ennetcom was het noodzakelijk bedrijfsgegevens in beslag te nemen. Relevante onderdelen van de data zijn volgens de afspraken met Canada en met toestemming van de rechter beschikbaar gekomen in het onderzoek naar F., aldus de aanklagers.