Enkele weken geleden bleek dat de politie foto’s en pamfletten verspreidde in Oost-Gelderland op plaatsen waar homoseksuelen elkaar opzoeken. Dat gebeurde omdat enkele bezoekers van dergelijke plekken hadden gemeld dat zij de vermoorde trimmer daar ook wel eens hadden gezien. Volgens de politie is er echter geen enkele reactie op het pamflet binnengekomen. Ook andere informatie wijst niet op heimelijk homoseksueel gedrag, aldus de politie.

De 41-jarige Wiegmink verdween op 20 januari 2003 tijdens zijn dagelijkse trimrondje over de Posbank. Enkele uren later vonden voorbijgangers zijn lichaam in zijn uitgebrande auto in de bossen bij het Brabantse Erp. De recherche is sindsdien bezig met het onderzoek, maar heeft nog steeds geen verdachten opgepakt.

Wiegmink stond volgens de politie bekend als een „keurige huisvader, actief in de dorpsgemeenschap.” Toen enkele weken geleden bekend werd dat de politie op homo-ontmoetingsplaatsen zocht, gaf dat een grote schok in Drempt. „De signalen waren dermate serieus dat een dergelijk onderzoek gerechtvaardigd was. Maar de naam en de faam van het slachtoffer waren ook zwaarwegend voor politie en justitie. Pas na een lange afweging is besloten toch in die kringen te gaan zoeken”, aldus de politiewoordvoerder.

Het onderzoek gaat volgens de woordvoerder nu in een andere richting verder. Daarover wil de politie verder niets zeggen.