Rebellen bepalen soevereiniteit van Irak
Niet de resoluties van de Veiligheidsraad of andere juridische documenten, maar de opstandelingen in Irak bepalen hoeveel gezag de nieuwe soevereine regering in Bagdad werkelijk zal uitoefenen.
Indirect hebben ze al het tempo van de machtsoverdracht van de voorlopige coalitieautoriteit aan de interim-regering van premier Iyad Allawi bepaald; de overdracht werd twee dagen vervroegd om mogelijk geplande sabotageacties te voorkomen.
De benoemde regering is op papier volledig soeverein, met de nodige restricties. Sommige leden werden opgedrongen door de Amerikanen, die de voornaamste verantwoordelijkheid voor de veiligheid dragen, om westerse invloed op het nieuwe Irak te behouden. Anderen werden opgedrongen door invloedrijke sjiitische geestelijken, die de niet-gekozen regering niet al te veel macht wilden geven.
De voornaamste taak van de regering is het voorbereiden van verkiezingen, die uiterlijk op 31 januari 2005 gehouden moeten worden. De Amerikanen en hun coalitiepartners hopen dat de soevereiniteitsoverdracht een psychologisch effect zal hebben op de Irakezen, die steeds gefrustreerder en vijandiger reageren op de militaire bezetting.
Amerikaanse militairen denken dat de opstandelingen, voornamelijk behorend tot de soennitische minderheid, een los samenraapsel zijn van Iraakse nationalisten, aanhangers van Saddam Hussein, islamitische fundamentalisten en buitenlandse zeloten. De Amerikanen hopen dat de Irakezen zullen denken dat ze weer controle over hun eigen land krijgen en dat de opstand zal verlopen, ondanks de blijvende aanwezigheid van tienduizenden Amerikaanse en andere buitenlandse militairen, die geen bezettingsmacht meer heten, maar een multinationale troepenmacht.
Alles hangt af van de veiligheid. Als de Irakezen en hun internationale partners erin slagen de rust en orde in Irak te herstellen, kunnen de Amerikanen langzaam naar de achtergrond verdwijnen. Dan worden de troepen van straat gehaald en in zwaarbewaakte kampen geconcentreerd, met minder kans op slachtoffers en nare berichten in de Amerikaanse media in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in november. Maar als de Irakezen falen, moeten de Amerikanen een prominente rol blijven vervullen en blijft de soevereiniteit beperkt.
De VN-resolutie die op 8 juni unaniem in de Veiligheidsraad werd aangenomen, geeft de door Amerikanen geleide multinationale troepenmacht volmacht tot „alle noodzakelijke maatregelen om bij te dragen aan de veiligheid en stabiliteit in Irak.” De Amerikaanse militaire autoriteiten interpreteren dit zo, dat niet de Irakezen maar zij het laatste woord hebben in veiligheidszaken, waaronder de vraag of Allawi een soort noodtoestand uitroept in Irak.
Aanhoudend geweld kan de Amerikanen dwingen zich meer en meer met Iraakse zaken te bemoeien. De Irakezen zullen nauwelijks geloven dat zij weer de baas zijn in hun land als zij duizenden zwaarbewapende Amerikaanse militairen in hun steden en dorpen blijven zien.
De kans dat de Irakezen een veiligheidscrisis op eigen kracht kunnen doorstaan is klein, in elk geval totdat er voldoende politieagenten en militairen zijn opgeleid, een proces dat jaren zal vergen. Politieke medewerkers van voormalig bewindvoerder Paul Bremer pochen graag dat duizenden Irakezen zich hebben aangemeld voor het leger en de politie, maar bij de opstanden van de sjiieten in het zuiden en de soennieten in Fallujah in april behoorden zij tot de eersten die de benen namen.
En bij het offensief dat rebellen donderdag in Baquba, Mosul en andere steden ontketenden, maakte de Iraakse politie zich snel uit de voeten. Amerikaanse militairen met een overmacht aan straaljagers, tanks en pantserwagens moesten eraan te pas komen om politiebureaus en overheidsgebouwen te heroveren. Ook bij het plunderen en in brand steken van bij aanslagen vernielde voertuigen durft de Iraakse politie zelden in te grijpen.
In april stemden de Amerikanen in met de vorming van een vrijwilligersmacht die verantwoordelijk zou zijn voor de veiligheid in Fallujah, zodat een bloedige, drie weken durende belegering door Amerikaanse mariniers kon worden opgeheven. Bremer en zijn medewerkers roemden deze stap als een mogelijk model voor Irak - „een Iraakse oplossing voor een Iraaks probleem.” Het liep uit op een regelrechte ramp: Fallujah viel in handen van radicale geestelijken die mogelijk onderdak bieden aan de terrorist Abu Musab al-Zarqawi.