Economie

Doelstelling vrije energiemarkt onder druk

Consumenten kunnen vanaf donderdag hun eigen aanbieder van stroom en gas uitzoeken. Met horten en stoten en een vleugje chaos is daarmee ook de markt van grijze energie geliberaliseerd. Aan de vooravond van deze ingrijpende stap staan de doelstellingen danig onder druk. Goedkoper maken de energiebedrijven het vooralsnog niet, ingewikkelder wel.

30 June 2004 09:52Gewijzigd op 14 November 2020 01:22
DEN HAAG - Consumenten kunnen vanaf donderdag hun eigen aanbieder van stroom en gas uitzoeken. Goedkoper maken de energiebedrijven het vooralsnog niet, ingewikkelder wel. - Foto RD
DEN HAAG - Consumenten kunnen vanaf donderdag hun eigen aanbieder van stroom en gas uitzoeken. Goedkoper maken de energiebedrijven het vooralsnog niet, ingewikkelder wel. - Foto RD

Menig verjaardagsfeestje passeert zonder dat het woord energie is gevallen. De consument loopt nu eenmaal niet warm voor de vrijmaking van de markt van stroom en gas. Sterker nog, menigeen staat sceptisch tegenover deze ontwikkeling. Niet zonder reden.

De liberalisering van het spoor heeft de reiziger niet de verwachte voordelen gebracht, het openbreken van de taxibranche hielp de inzittenden geen stap verder. En met het faillissement van de energiebedrijven EnergyXS (de eerste in eigen land) en Enron (de grootste ter wereld) heeft de consument een extra reden wantrouwend te zijn.

Toch is daarmee een algehele scepsis over marktwerking in de publieke sector -mits goed voorbereid en begeleid- nog niet gegrond. De telecomsector is enkele jaren geleden met succes opengesteld voor concurrentie. Consumenten profiteren dagelijks van de aanbiedingen waarmee de bedrijven elkaar om de oren slaan. De prijzenoorlog van KPN met sms’jes is een sprekend voorbeeld. Wat met de telefoon kan, kan met het stopcontact ook.

De eerste ideeën voor een liberalisering van de binnenlandse energiemarkt van gas en stroom dateren van begin 1980. De plannen kwamen in 1993 in een stroomversnelling, toen de Europese Commissie een omvangrijk liberaliseringsprogramma presenteerde om de economie in de EU een impuls te geven.

Op 1 januari 1999 was de kogel door de kerk. De grootste energieverbruikers mochten op dat moment in Nederland overstappen naar een andere energieleverancier. Op 1 januari 2002 volgden zo’n 60.000 middelgrote bedrijven. Vanaf 1 juli 2001 konden consumenten hun eigen leverancier voor groene stroom kiezen.

Met een vertraging van zes maanden (uit angst voor chaos in de energiesector) kunnen 7 miljoen consumenten en 500.000 bedrijfjes vanaf morgen hun eigen leverancier voor (grijze) stroom en gas kiezen. Het slotakkoord van deze liberalisering is de geplande opsplitsing van energiebedrijven over drie jaar. Dan moet de sector -volgens kabinetsplannen- de verkoop van energie scheiden van het beheer van de netwerken.

De jongste liberalisering -de grootste sinds de opening van de telefoniemarkt- is bedoeld om betere service, lagere prijzen en meer keuzevrijheid te creëren. Een consument die deze punten tegen het licht houdt, heeft alle reden sceptisch te zijn en afwachtend te reageren.

De service van energiebedrijven is vooralsnog bedroevend. Wie verwacht dat aanbieders alle zeilen bijzetten om de klant -ook vlak voor 1 juli- zo goed mogelijk ten dienste te zijn, komt bedrogen uit. Menig energiebedrijf is nauwelijks bereikbaar, veel van hen hebben de administratie nog altijd niet op orde. Consumenten die zich willen verdiepen in prijzen en voorwaarden moeten een hoop frustratie incalculeren. De neteligste voorwaarden zitten verstopt in de kleine lettertjes. Een duidelijk overzicht ontbreekt. Zelfs bij de Consumentenbond.

Ook over de kans op aanzienlijke prijsverlagingen is elk optimisme misplaatst. Bedrijven kunnen slechts beperkt concurreren op de tarieven. De prijs van een kilowattuur stroom bestaat voor driekwart uit vaste kosten: transport (30 procent), BTW (15) en energiebelasting (30). Een aanbieder kan dus slechts op een kwart van de totaalprijs concurreren. Dat concurrentiegevoelige deel is echter weer voor 90 procent afhankelijk van de olieprijs.

Een voordeeltje tot 50 euro op jaarbasis zou al heel mooi zijn. Het is veelzeggend dat de overheid in voorlichtingsfolders inmiddels geen ”lagere”, maar ”scherpere” prijzen zegt te verwachten. Bovendien heeft Nuon recent prijsverhogingen aangekondigd en heeft marktleider Essent het tarief voor gas omhooggeschroefd.

Zonder liberalisering zouden de prijzen met 20 procent zijn gestegen, reageert minister Brinkhorst luchtig. Zo’n uitspraak is moeilijk te controleren. Feit is wel dat de olieprijzen de laatste weken explosief zijn gestegen. Dat heeft onmiskenbaar zijn weerslag op de kosten van elektriciteitsopwekking met fossiele brandstoffen, zoals die in Nederland volop plaatsheeft.

De keuzevrijheid voor de klant, de derde doelstelling, neemt zonder enige twijfel toe. Een ontevreden consument is niet langer veroordeeld tot één energiebedrijf. Afnemers die -al dan niet principieel- grote moeite hebben met de miljoenen verslindende sportsponsoring van bijvoorbeeld Nuon en Essent kunnen eindelijk opgelucht afscheid nemen. Dat is duidelijk winst.

Al met al slaat de balans voor een geslaagde liberalisering op dit moment nog niet positief door. Het is echter zinvoller -en eerlijker- het traject niet bij de start, maar bij de afronding over enkele jaren te beoordelen. Want wat niet is, kan nog komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer