„Tientallen doden door gifaanval Douma”
Bij een aanval met mogelijk giftige chemicaliën in Douma zouden minstens zeventig mensen om het leven zijn gekomen. Hulporganisatie De Witte Helmen twitterde beelden van slachtoffers die in kelders door de gifaanval gestikt zouden zijn en meldt dat het aantal slachtoffers drastisch oploopt. Officiële bronnen hebben het dodental niet bevestigd, stelt de BBC.
De Syrische rebellengroep Jaish al-Islam beschuldigde regeringstroepen zaterdag van het gooien van een bom met giftige chemicaliën op burgers in Douma, de laatste rebellenstad in Oost-Ghouta. „Het regime van Assad en zijn bondgenoten gaan door met hun misdaden”, vertelde de militaire woordvoerder van de rebellen Hamza Birqdar aan al-Hadath TV. Volgens de rebellen zijn meer dan duizend mensen gewond geraakt.
Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, een oorlogsmonitor in Groot-Brittannië, meldde elf doden in de stad als gevolg van verstikking door rook, na aanvallen door Syrische gevechtsvliegtuigen. De organisatie kon niet bevestigen dat chemische wapens zijn gebruikt.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken spreekt van „verontrustende” berichten en laat weten de situatie in de gaten te houden. De Verenigde Staten zullen Rusland hoe dan ook verantwoordelijk houden als dodelijke chemicaliën zijn gebruikt.
Syrische staatsmedia ontkenden dat er chemische aanvallen zijn uitgevoerd. Volgens de regering zijn de beschuldigingen vals.
De regering lanceerde vrijdag een zware aanval op Douma, waardoor alleen al de laatste 24 uur 48 mensen omkwamen. De staatstelevisie toonde dikke rookwolken uit Douma, waar Jaish al-Islam nog stand houdt. Andere opstandelingen in andere delen van Oost-Ghouta accepteerden eerder het aanbod van veilige doorgang naar door rebellen bewaakte gebieden in het noorden van het land.
Zes burgers werden zaterdag gedood tijdens mortierbeschietingen in woonwijken van de hoofdstad Damascus, en 38 anderen raakten gewond, meldden de Syrische staatsmedia. Ze beschuldigden Jaish al-Islam van de aanslagen. Woordvoerder Birqdar van de rebellengroep ontkende die beschuldiging.