Arm van geest
Iedereen die overgaat uit de dood tot het leven heeft eerst zichzelf leren kennen als een kind des toorns. Dat wil zeggen dat hij het aangezicht van God moet zien als van een toornig Rechter, in zoverre het hem tot Christus kan drijven.Iemand kan niet gered worden wanneer hij niet een recht gevoel van zonde, ja, een diepe kennis van zonde en van dood en van de verdoemenis heeft. Alleen aan dezulken komt immers de belofte toe. Christus is alleen gekomen om te verbinden die verbroken zijn van hart. Christus kwam om allen te roepen die belast en beladen zijn, ja die alleen. Ja, hen spreekt Hij zalig die arm van geest zijn. Vrede mag aan niemand gepredikt worden dan alleen aan de treurenden Sions. De apostel zegt: „Zeg mij, gij die onder de wet zijt, hoort gij de wet niet?”
De wet heet een tuchtmeester om de mensen tot Christus te drijven. Er moet dus een wet zijn eer men Christus kan krijgen. Want anders, ook al zouden wij het Evangelie prediken, zou het veracht worden. Daarom werd in Christus’ tijd de armen van geest het Evangelie verkondigd. God wil Zijn kinderen naar waarde geschat hebben en dat zullen zij nooit doen als ze eerst niet hun ellende hebben leren kennen, hoezeer zij ook verkeren in de staat van de dood. De verlossing van de Joden uit Egypte was daarom zo liefelijk omdat ze tevoren door een zware slavernij geknecht werden.
John Preston, predikant te Cambridge (Een levenloos leven, 1641)