Poetin en Erdogan willen eind geweld Syrië
Turkije, Rusland en Iran hebben beloofd zich extra te zullen inspannen om een eind te maken aan het geweld in Syrië en de burgerbevolking beter te beschermen. In een gezamenlijke verklaring na topoverleg in Ankara riepen de presidenten Recep Tayyip Erdogan, Vladimir Poetin en Hassan Rohani woensdag de internationale gemeenschap, en vooral de Verenigde Naties, op de hulp aan Syrië uit te breiden.
De leiders willen ervoor gaan zorgen dat humanitaire hulp sneller en gemakkelijker de noodlijdende mensen bereikt in de zogenoemde de-escalatiezones. Ze bevestigden tevens te streven naar een duurzame wapenstilstand tussen de strijdende partijen.
De drie landen zijn echter nog altijd zelf betrokken bij de oorlog in Syrië, met tegenstrijdige belangen. Rusland en Iran steunen de Syrische president Bashar al-Assad, Turkije oppositiegroeperingen. Troepen van Erdogan vielen bovendien in januari de noordelijke provincie Afrin binnen voor een omstreden offensief tegen Koerdische YPG-milities, die Ankara als terroristische organisatie bestempelt.
Poetin, Erdogan en Rohani wezen in hun slotverklaring alle pogingen een nieuwe realiteit te creëren op Syrische grondgebied „onder het mom van de strijd tegen terrorisme” af. Ze blijven gekant tegen elke ondermijning van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Syrië. De drie troffen elkaar in november in Sotsji al over deze kwestie. De volgende top is in Iran, plaats en datum is nog niet bekend.