Particuliere klinieken: veel mis, toch geen zorgen
Veel particuliere klinieken voldoen niet aan hun eigen normen en richtlijnen. De grote verbeterslag blijft uit. Toch hoeven we ons als patiënten geen zorgen te maken, zegt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Hoe zit dat?
Het komt erop neer dat de IGJ voornamelijk onderzoek heeft gedaan naar zogeheten indicatoren over de zorg van particuliere klinieken in 2016. Bij een deel van de 418 onderzochte klinieken en 20 medisch diagnostische centra kunnen de voorwaarden voor goede zorg fors worden verbeterd.
Zo zijn bij sommige klinieken de medisch specialisten nog niet bezocht door hun wetenschappelijke vereniging. Het risico bestaat dat er daardoor onvoldoende op kwaliteit wordt gestuurd.
Ruim de helft van de klinieken voert aan het begin van een operatie niet standaard de time-outprocedure uit, een extra controle op alle gegevens en voorbereidingen.
„Maar met dit rapport in de hand kun je niet stellen dat de geleverde zorg slecht is”, zegt een woordvoerster van de IGJ. „Daar hebben we ook geen onderzoek naar gedaan. We hebben puur gekeken naar de naleving van punten waarvan de klinieken zelf hebben gezegd dat ze die belangrijk vinden. Verbetering daarvan draagt natuurlijk bij aan de kwaliteit van de geleverde zorg.”
Als professionals bijvoorbeeld structureel informatie met elkaar delen, komt dat de zorg ten goede, zegt de woordvoerster. „Maar gebeurt het onvoldoende, dan betekent dat niet dat de zorg slecht is.”
De scores van particuliere klinieken worden wel jaarlijks beter. Een prettige gedachte, omdat het aantal klinieken sinds 2009 bijna is verdubbeld. Die zijn veelal actief op het gebied van plastische chirurgie, oogheelkunde, orthopedische ingrepen en keel-, neus- en oorheelkunde.
„Alleen op vier thema’s blijven de klinieken achter”, stelt het dinsdag gepubliceerde rapport: zorg voor kwetsbare groepen, operatieve zorg, patiëntenrechten en ”professionals & kwaliteitsaspecten”. „De inspectie vindt het van groot belang dat ze hierin snel en aantoonbaar verbeteren”, meldde de inspectiewoordvoerster dinsdag.
Patiënten mogen verwachten dat een verbetering van de vier aspecten wel degelijk tot betere zorg zal leiden. „Maar dat de kwaliteit van de zorg beter móét, dat staat er nu net niet”, zegt de woordvoerster. „Op basis van dit onderzoek weten we het ook niet. Het rapport is daarom ook niet bedoeld voor de zorgconsument, maar voor de sector zelf. Die moet met de randvoorwaarden aan de slag.”