„Nederlander wil geen abonnement op spullen”
Via digitale diensten voor video en muziek geven Nederlanders relatief vaak geld uit aan abonnementen. Voor tastbare producten sluiten consumenten in ons land minder graag een abonnement af. Dat concludeert het Economisch Bureau van ING na een enquête onder 11.000 huishoudens in elf Europese landen.
Nederland loopt voorop als het om digitale videodiensten gaat. Bijna een derde van de huishoudens betaalt maandelijks voor streamingdienst Netflix of andere aanbieders van onlinevideo, waarmee ze boven het Europese gemiddelde uitkomen.
Aanbieders van verbruiksgoederen in abonnementsvorm, zoals bijvoorbeeld scheermesjes of toiletpapier, kunnen in Nederland op minder enthousiasme rekenen dan elders in Europa. Van de ondervraagde Nederlanders gaf 70 procent aan deze maandelijkse pakketjes niets te vinden, tegen 40 procent in heel Europa. Ook abonnementen op producten die langer meegaan, zoals kleding en wasmachines, zijn in ons land minder populair.
Volgens ING hangen de voorkeuren samen met het welvaartsniveau. Zo laten inwoners uit ‘rijkere’ Europese landen als Duitsland en Luxemburg abonnementen op fysieke producten ook liever links liggen. Consumenten uit Oost- en Zuid-Europa zien daarentegen wel de voordelen in van zo’n aanbod.
Bij producten voor langdurig gebruik kan een abonnement aantrekkelijk zijn omdat je voor minder geld over kwalitatief hoogstaande producten kunt beschikken, stellen kenners van ING. Bovendien sta je minder vaak voor onverwachte hoge onderhoudskosten. Op vlak van verbruiksgoederen spelen aanbieders van abonnementen vooral in op gemak.