Verdachten moord op Jaïr Wessels blijven vast
De drie mannen die verdacht worden van betrokkenheid bij de liquidatie van Jaïr Wessels, blijven op last van de rechtbank vastzitten. Wessels (30) werd vorig jaar 7 juli neergeschoten bij het station in Breukelen.
De advocaat van Patrick S., die wordt gezien als de ‘lokker’, had om vrijlating van zijn cliënt gevraagd, maar de rechtbank in Utrecht ziet te veel bezwaren en noemt de verdenkingen te ernstig. Het „uitgebreide” strafblad van S. wordt ook meegewogen, aldus de rechter.
S. zou daags voor de fatale schietpartij met Wessels vanaf Breukelen op en neer naar Rotterdam zijn gereden om een waterscooter te kopen. De twee zouden elkaar goed kennen. Wessels, geen onbekende in het criminele circuit, zou al hebben gevreesd voor zijn leven en daarom niet zo maar bij iemand in de auto stappen.
Het Openbaar Ministerie (OM) vermoedt dat de liquidatie eigenlijk voor die dag - 5 juli - gepland stond maar op het laatste moment werd afgeblazen. De reden daartoe is nog niet duidelijk. Wessels werd twee dagen later alsnog met een automatisch wapen onder vuur genomen op een parkeerplaats bij het station. Hij overleed een dag later aan zijn verwondingen.
Howard K. en Johannes de G. worden verdacht van het neerschieten van de Amsterdammer. K. heeft tot nu toe gezwegen. De G. zou inmiddels een gedeeltelijke verklaring over de liquidatie hebben afgelegd, waarin hij S. als lokker aanwees.
De advocaat van S. spreekt van „speculaties en vage aanwijzingen zonder onderbouwing”. Hij beschuldigt het OM van „tunnelvisie” en noemt de verklaringen van medeverdachte De G „vol tegenstrijdigheden”. S. was dinsdag aanwezig in de rechtbank, maar had niets toe te voegen aan het verhaal van zijn advocaat. De twee andere verdachten waren niet op de zitting.
Wessels was een bekende van de politie. Het zou om een afrekening in het criminele milieu gaan. Naar verluidt had de Amsterdammer een partij drugs gestolen.
De zaak gaat verder op 26 juni, het gaat dan wederom om een niet-inhoudelijke zitting.