D66 en CDA: vervang top lerarenvereniging
Het bestuur van de beroepsorganisatie van leraren moet het veld ruimen, vinden CDA en D66. Minister Arie Slob (Onderwijs) moet van de beide regeringspartijen „bevorderen” dat leraren zelf het bewind van de Onderwijscoöperatie weer overnemen.
De Onderwijscoöperatie, waarin vakbonden en vakverenigingen de dienst uitmaken, moest namens de leraren meedenken over de toekomst van hun vak. Maar het bestuur van de beroepsvereniging heeft het vertrouwen van de leraren verloren, stellen D66 en CDA. En „dat komt niet meer goed”, denkt Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66). Dat het bestuur belette dat de populaire voorman van de actievoerende basisschoolleerkrachten voorzitter van de coöperatie werd, heeft bijvoorbeeld veel kwaad bloed gezet.
Minister Slob kondigde al aan dat hij de belangrijkste taak van de Onderwijscoöperatie, het opzetten van een register waarin leraren hun kennis en vaardigheden bijhouden, wil overdragen aan een lerarengeleding binnen de organisatie. Dat zogeheten Lerarenparlement wordt binnenkort losgemaakt van de Onderwijscoöperatie, zodat het onafhankelijk zijn werk kan doen.
Maar het Lerarenparlement „wordt momenteel dwarsgezeten”, stelt CDA’er Michel Rog. „Ze mogen bijvoorbeeld niet eens hun eigen voorzitter kiezen.” Het is daarom ook hoog tijd voor een nieuw bestuur van de Onderwijscoöperatie, vinden Van Meenen en hij.
Als „de leraren het weer voor het zeggen hebben” kunnen sommige taken misschien toch bij de Onderwijscoöperatie blijven, denken D66 en CDA. Dat hangt van het draagvlak in de beroepsgroep af.