Kerk & religie

Staan in het midden van de kerk

Ds. F. van Roest, hervormd predikant in Ermelo, herdacht zondag dat hij 25 jaar geleden in het ambt werd bevestigd. Een ambtsjubileum terwijl de kerk scheurt. Een domper? „Gedane zaken nemen helaas geen keer. De kerk heeft meer dan ooit nodig dat we de goede boodschap uitdragen. Ach en wee roepen is funest voor een komende generatie.”

K. van der Zwaag
28 June 2004 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 01:22
ERMELO – Ds. F. van Roest, hervormd predikant in Ermelo, herdacht zondag dat hij 25 jaar geleden in het ambt werd bevestigd. „Ik heb altijd gepoogd om Christus preken en het werk van de Heilige Geest.” Foto Bram van de Biezen
ERMELO – Ds. F. van Roest, hervormd predikant in Ermelo, herdacht zondag dat hij 25 jaar geleden in het ambt werd bevestigd. „Ik heb altijd gepoogd om Christus preken en het werk van de Heilige Geest.” Foto Bram van de Biezen

Frederik van Roest (1950) werd op 29-jarige leeftijd predikant. Hij was daarvoor eerst twee jaar onderwijzer op een lagere school in Bennekom en twee jaar parttime docent aan het Ichthus College in Veenendaal. Daarna volgde hij de theologische studie in Utrecht, onder meer bij de hoogleraren C. Graafland, S. van der Linde en H. Jonker. Een late roeping? „Ik had voordat ik in het onderwijs kwam al roeping om predikant te worden. De pabo was voor mij nodig om op de universiteit te komen.”

Op 27 juni 1979 deed kandidaat Van Roest intrede in de hervormde gemeente van Uddel. Daarna volgden de gemeenten van Groot-Ammers (1984), Rijssen (1988), Kampen (1993) en sinds 1998 Ermelo. Tijdens zijn verblijf in Kampen schreef hij een doctoraalscriptie over de gemeenteopbouw bij Bucer. „In Uddel had ik daar geen tijd voor, omdat de eerste gemeente veel tijd opslokte, maar in Kampen heb ik de studie toch weer opgepakt. Blijven studeren is goed, zowel voor de preek als voor het werk in de gemeente. Het is ook een prikkel om te blijven lezen en bij te blijven.”

Ds. Van Roest komt uit een „echt hervormd nest”, zegt hij. Dat geldt zowel hemzelf als zijn vrouw. De predikant wil hervormd blijven in hart en nieren. „Dat betekent altijd in het midden van de kerk staan en geen behoefte hebben om je oor te leggen bij een bepaalde modaliteit. Je beseft trouwens dan al gauw dat je in de Hervormde Kerk zit. In Wageningen preekte destijds wel eens de marxistische ds. Ter Schegget, die toen studentenpredikant was. Hij werd later zelfs kerkelijk hoogleraar. Dat is typerend voor de Hervormde Kerk. Maar ik heb toch midden in die kerk willen blijven. In welke gemeente ik ook stond, ik maakte vaak deel uit van het moderamen van de desbetreffende classis.”

Ds. Van Roest jubileert in een tijd waarin scheuren en breuken in de hervormd-gereformeerde beweging openbaar komen. „Gelukkig speelt de kerkelijke kwestie in mijn eigen gemeente nauwelijks. Nagenoeg unaniem hebben wij ervoor gekozen om onze verantwoordelijkheid te verstaan in de Protestantse Kerk in Nederland. Zoals ik in de Hervormde Kerk heb gestaan, wil ik dat ook doen in de PKN.

Dat betekent wel dat je vreselijk veel hebt uit te leggen. Je krijgt door sommigen toch een bepaald etiket opgedrukt. Als je voluit in de PKN wilt staan, zijn er mensen die je verwijten het met alles eens te zijn. Ik zeg daarom wel eens: Er is moed voor nodig om in de PKN te staan. Je moet veel uitleggen, richting je eigen mensen, die dat niet altijd begrijpen, maar ook naar de rest van de kerk, die vaak niet verstaat wat het is om gereformeerd te zijn.”

De hervormd-gereformeerden moeten volgens ds. Van Roest een combinatie van duidelijkheid en voorzichtigheid tentoonspreiden. Die beide hoeven elkaar niet uit te sluiten. „We moeten enerzijds duidelijk zijn naar onze achterban in datgene waarvoor we staan, anderzijds moeten we ons werk neerleggen in de kerk als geheel, dus getuigen naar buiten. In dat kwetsbare proces sta je vaak alleen en is het voortdurend spitsroeden lopen.”

Toen ds. Van Roest in Wageningen woonde, is hij gestempeld door de preken van ds. C. den Boer. Hij typeert deze prediking als schriftuurlijk-bevindelijk, op de persoon gericht, appellerend en bemoedigend. „Zo heb ik altijd gepoogd om Christus te preken én het werk van de Heilige Geest. Dat laatste is ook een niet te verwaarlozen deel van de preek. Het gaat om persoonlijke bevinding, maar ook om de heiliging in de breedte van het leven. Daarbij moet je altijd letten op wat de gemeente nodig heeft. In de ene gemeente moet je meer vermanen, in de andere meer nodigen en vertroosten.”

Ds. Van Roest maakt nu meer dan vijf jaar deel uit van het algemeen bestuur van de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB). Sinds vorig jaar is hij voorzitter. Dat hij altijd iets met jongeren gehad heeft, blijkt onder meer uit zijn periode in het onderwijs, zijn medewerking aan de catechisatiemethode ”Leer ons belijden” van de HGJB en het feit dat hij zomerkampen heeft geleid.

In al de gemeenten die hij heeft gediend, was er sprake van een grote deelname van jongeren aan catechese en jeugdwerk. „Het is tegenwoordig wel steeds moeilijker om een programma te bieden voor jongeren”, zegt hij. „Alles wat je aanreikt, moet zo goed mogelijk zijn, persoonlijk en herkenbaar. Veel jongeren kiezen voor het uitgaansleven. Je moet tegenwoordig vooral langdurige relaties opbouwen met jongeren. Dat kan in deze tijd goed via e-mail of andere moderne communicatiemiddelen.”

Ds. Van Roest is niet pessimistisch over jongeren. „Getalsmatig weet ik zelfs niet of er nu zo veel minder jongeren in de kerk zitten dan 25 jaar geleden. In Ermelo zit de kerk zelfs nog voller dan toen. Een grote zorg is wel dat er door de huidige scheuring veel vacatures zijn ontstaan. Jeugdraden vallen uit elkaar en die lege plekken heb je niet zomaar weer opgevuld. Jongeren zijn dan inderdaad het kind van de rekening.”

De jubilerende predikant heeft er een hekel aan om negatief te eindigen. „Al is de zorg om de kerk niet kleiner geworden als ik in de krant lees van allerlei conflicten, toch hebben we een heerlijke boodschap te brengen. Er worden nog kinderen gedoopt, er komen mensen tot geloof, doen belijdenis en gaan aan het Avondmaal. Als we alleen maar ach en wee roepen, vergeten we onze opdracht om de goede Boodschap te brengen. Ruzies in de kerk maken veel kapot en kosten veel tijd en energie. Maar juist omdat er zo veel zorg en ellende is in de kerk, is er des te meer de noodzaak van bemoediging in de prediking.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer