Volgens een politierapport waren 52 mensen direct betrokken bij de zaak. Diverse verdachten zijn reeds vrijgesproken, onder wie de eigenaar van de baksteenoven waar de moord werd gepleegd. Wel werden er in 2016 vijf mannen ter dood veroordeeld en kregen acht anderen een gevangenisstraf van twee jaar.

De slachtoffers van de levende verbranding waren de 26-jarige Shahzad Masih en zijn zwangere vrouw Shama Bibi (24). Zij verrichtten slavenarbeid in de baksteenoven op 60 kilometer van de stad Lahore, toen een grote menigte hen beschuldigde van blasfemie.

Omdat Masih en Bibi enkele bladzijden van de Koran zouden hebben verbrand, werden zij na een zware mishandeling in de brandende oven geworpen. Het echtpaar liet vier kinderen achter.

De moordzaak wordt behandeld door de Pakistaanse antiterrorismerechtbank. De Pakistaanse staat is zelf de aanklager. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat de staat die rol speelt in een blasfemiezaak.

Pakistan kent een strenge blasfemiewetgeving. Slechts 1,5 procent van de ruim 200 miljoen inwoners van het land is christen. Toch was meer dan een kwart van de blasfemiezaken sinds 1990 tegen hen gericht.