Memo zette licht op groen voor ondervragingen
Het beruchte memorandum van het Amerikaanse ministerie van Justitie dat extreme ondervragingsmethoden goedkeurde, blijkt bedoeld om de harde praktijken die de CIA al maanden toepaste te rechtvaardigen. Dat hebben medewerkers van het ministerie verklaard tegenover The New York Times.
Na de arrestatie in april 2002 van Abu Zubaydah, een topmedewerker van al-Qaida-leider Osama bin Laden, wilde de CIA weten hoever men kon gaan bij zijn ondervraging. In het beruchte memorandum van augustus 2002 zegt het ministerie dat vrijwel alles is geoorloofd, zolang er maar geen blijvend letsel wordt veroorzaakt. De conventies van Genève zouden volgens het memorandum niet van toepassing zijn op leden van terreurorganisaties.
In de jaren zeventig werd de CIA beschuldigd van illegale ondervragingsmethoden. Om een herhaling te voorkomen vroeg men ditmaal om advies. Het ministerie heeft intussen laten weten dat het memorandum zal worden „herzien.”
The Washington Post meldde gisteren dat de inlichtingendienst de harde ondervragingsmethoden voorlopig heeft opgeschort na de wereldwijde kritiek die volgde op de Abu Ghraib-onthullingen.