Dat denkt het Internationale Bureau voor Kernenergie (IAEA) op basis van een scenario dat uitgaat van een breuk met huidige tendenties.

In twee andere scenario’s die ”business as usual” veronderstellen, gaat het aandeel van kernenergie omlaag. Komen er geen bouwplannen meer voor nucleaire centrales, dan zakt het van 16 procent tot 12 procent in 2030. Bij een bescheiden uitbreiding daalt het wat minder sterk.

In het eerste scenario heeft het IAEA analyses gebruikt van het Intergovernmental Panel on Climate Change, het Internationaal Energiebureau en anderen. Uitgangspunten zijn de hoeveelheid energie die nodig is om de levensstandaard overal te verhogen bij een groei van de wereldbevolking, en het uitgeput raken van de reserves aan fossiele brandstoffen als olie en gas. Verder wordt aangenomen dat puur economische argumenten zwaarder gaan wegen ten opzichte van sociaal-politieke.

De scenario’s zijn opgesteld voor een vijfdaagse conferentie die zondag begint in Moskou ter gelegenheid van het feit dat vijftig jaar geleden de eerste kerncentrale op het elektriciteitsnet werd aangesloten. Dat gebeurde op 26 juni 1954 in Obninsk in de vroegere Sovjet-Unie.

Het aandeel van nucleaire stroom groeide in de jaren zeventig en tachtig sterk en kwam in 1987 op 16 procent. Daarna was het stabiel, mede doordat ongelukken in centrales in Three Mile Island en Tsjernobyl een rem legden op uitbreiding.