Dat zegt onderzoekster Robine Donken, die maandag aan het VU Medisch Centrum in Amsterdam op haar bevindingen promoveerde. Ze onderzocht de effecten bij meisjes die als eersten werden ingeënt, namelijk in 2009 en 2010.

Donk vond een bijna volledige bescherming (98 procent) tegen twee typen tot zes jaar na het toedienen, bij jonge vrouwen die nog drie inentingen hebben gehad. Inmiddels wordt het vaccin toegediend in twee injecties, aldus Donken. Ook bleken zij in die periode beschermd tegen drie andere typen, die niet in het vaccin zijn opgenomen. Ze vond geen aanwijzingen voor het afnemen van de bescherming over de tijd.

Zo’n drie jaar geleden haalde 53 procent van de meisjes de prikken. Het lichaam ruimt het virus meestal zelf op. Soms lukt dat niet. Dan kan dit leiden tot baarmoederhalskanker. Jaarlijks krijgen ruim 750 vrouwen aan de ziekte; 200 overlijden eraan. Donken merkte niet dat gevaccineerde meisjes riskanter seksueel gedrag vertonen, zoals ouders soms vrezen. Ze deed geen onderzoek naar mogelijke bijwerkingen.