De klok moet weer vooruit
De winter is voorbij, de zomertijd gaat in. In de nacht van zaterdag op zondag moet de klok een uur vooruit worden gezet en dat betekent een kortere nachtrust. De nieuwe tijd blijft tot 28 oktober van kracht.
Sinds het begin van de twintigste eeuw was het een komen en gaan van zomertijden, regelingen en begin- en einddata. De start en het einde van de zomertijd is in 2002 geharmoniseerd. Wereldwijd hanteren zeventig landen dezelfde tijden en data.
De zomertijd, die afwijkt van de standaardtijd, heeft vrienden en vijanden. Voorstanders zeggen dat de periode leidt tot energiebesparing. Lampen hoeven immers pas later aan. Bovendien zou een uurtje langer licht minder verkeersdoden en criminaliteit tot gevolg hebben.
Tegenstanders zetten vraagtekens bij vooral de energiebesparing. Het effect niet aantoonbaar of zo klein dat het de verstoring van het biologische ritme niet waard is.
Die verstoring kan leiden tot vermoeidheid en concentratieproblemen, zeggen slaapdeskundigen. Omdat het maar om een uurtje gaat, zijn deze verschijnselen meestal na enkele dagen weer voorbij.